Lees de drie voorbeeldbetogen (alleen / zonder overleg) 15 min. Waar vind je de voorbeeldbetogen? Zie Magister->huiswerk maandag
Overleg in duo's en noteer: welke goede ingrediënten zitten er in het betoog / welke minder goede ingrediënten? 20 min.
Welke van de drie betogen is het beste en waarom? Wat ontbreekt er nog? 10 min.
Zoek artikelen voor je definitieve betoog -> 1. lees deze artikelen 2. verzamel argumentatie 3. werk aan je 1/2 A4-tje 45 min.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom H5E, 8.20-9.55
Lees de drie voorbeeldbetogen (alleen / zonder overleg) 15 min. Waar vind je de voorbeeldbetogen? Zie Magister->huiswerk maandag
Overleg in duo's en noteer: welke goede ingrediënten zitten er in het betoog / welke minder goede ingrediënten? 20 min.
Welke van de drie betogen is het beste en waarom? Wat ontbreekt er nog? 10 min.
Zoek artikelen voor je definitieve betoog -> 1. lees deze artikelen 2. verzamel argumentatie 3. werk aan je 1/2 A4-tje 45 min.
Slide 1 - Tekstslide
Beoordeling van de drie betogen
Let op
Structuur
Spelling / Stijl (formulering van de zinnen) / titel
Inhoudelijke argumentatie
Bepaal welk betoog het beste is en waarom
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Uitleg betoog
Tekstdoel: lezer overtuigen van jouw mening
Hoe doe je dit? Overtuigen aan de hand van argumenten
(en tegenargumenten weerleggen)
Slide 5 - Tekstslide
Spelregels
Meenemen: half A4’tje met steekwoorden -> wat wil je in je betoog gaan zetten? Hierop mogen geen hele alinea’s of zinnen staan.
Een pakketje met artikelen dat je thuis hebt gezocht en gelezen (max. drie geprinte bronnen). Je mag op je artikelen geen dingen schrijven. Je mag wél de stukken markeren die je wilt gebruiken in je betoog.
Slide 6 - Tekstslide
Spelregels
De toets duurt 120 minuten + telt 3 keer mee
Je noemt bij de stelling drie argumenten voor. Van die drie voorargumenten bedenk je bij twee voorargumenten, tegenargumenten + ontkrachtingen (zie hiervoor ook het bouwplan ->studiewijzer-> ander lesmateriaal)
Je levert je bronnen (max. 3) én je halve A4'tje in bij je definitieve betoog
Bronvermelding komt onderaan je betoog te staan (APA)
Het minimum aantal woorden is 500; het maximum is 700 woorden. Zet je exacte aantal woorden onder je document
Slide 7 - Tekstslide
Keuze stelling
Je kiest één van de twee onderstaande stellingen en bepaal zelf of je voor of tegen bent
1. De stelling die je in één van je twee debatten hebt verdedigd
2. De stelling: smartphones moeten op vo-scholen verboden worden
Slide 8 - Tekstslide
Keuze stelling
Bouwplan betoog: zie word-document
Oefenbetoog: stelling van je debat-tegenstander / eigen keuze
Oefenbetoog: kijk ik -op verzoek- op één aspect na: inhoud / spelling / structuur / stijl
Slide 9 - Tekstslide
Argument-weerlegging
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging
Voorbeeld
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter goed genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Nu doen
Schrijven oefenbetoog (uiterlijk 27 oktober inleveren bij mij via Magister)
Start zoeken artikelen voor je definieve betoog (betrouwbare bronnen!)
Artikelen lezen
Slide 12 - Tekstslide
Wat maakt een bron betrouwbaar?
Slide 13 - Tekstslide
Wat maakt een bron betrouwbaar?
betrouwbaarheid
juistheid
volledigheid
actueel
controleerbaar
verschillende kanten van iets belichten
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Donderdag 26 oktober
Beoordelen van een betoog-> wat maakt dit betoog goed / minder goed?