Wat is literatuur?

Wat is literatuur? 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is literatuur? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hier 5 woorden of zinnetjes die jij associeert met literatuur.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en Non-fictie 
- Fictie:  teksten die verzonnen zijn en puur bedoeld als ontspanning. 

- Non-fictie: zakelijke teksten, teksten met feiten en meningen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stripboek over Donald Duck
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur/ non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stationsromannetjes
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur /non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wetenschappelijk artikel
A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
literatuur / fictie
B
lectuur / fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De boeken de van de Amerikaanse schrijver George R.R. Martin waarop de serie 'Game of Thrones' gebaseerd is.
A
literatuur / fictie
B
lectuur /fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non-fictie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sprookje van Sneeuwwitje
A
literatuur / fictie
B
lectuur /fictie
C
literatuur / non-fictie
D
lectuur / non - fictie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lectuur vs. literatuur 
  • Lectuur: alles wat mensen lezen is lectuur, kranten, studieboeken, handleidingen, gedichten, romans en tijdschriften
  • Literatuur: een onderdeel van die lectuur is literatuur verhalen, gedichten, toneelstukken, sprookjes, romans, liedteksten, etc.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur 
complex 
 meerduidigheid 
 niet voorspelbaar 
karakters ontwikkelen zich 
er gebeurt meer dan je denkt 
tijdloos 
complexer taalgebruik 
wil  je aan het denken zetten
lectuur 
 eenvoudig 
op één manier uitlegbaar 
 voorspelbaar (clichés)
 stereotype personages 
het verhaal is duidelijk 
aan trends onderhevig  
eenvoudig taalgebruik
minder diepgaand 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lectuur
literatuur
eenvoudig taalgebruik
voorspelbaar
diepgang
natuurlijk en origineel taalgebruik
ontwikkeling van personages
vaste rolpatronen
vaker maatschappijkritisch
laat nadenken
volgens de algemeen heersende moraal
wat de lezer wil horen
vaak clichématig
vaak happy end
vaak een open eind

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom literatuur lezen ? 
  • Verplaatsen in de hoofden van anderen en in situaties waarin je nog nooit verkeerd hebt. 
  • Literatuur kan je helpen je eigen zienswijze, opinies en vooroordelen door te prikken en te relativeren, je stapt buiten je eigen leefwereld
  • Je  inlevingsvermogen in mensen die van jou verschillen groeit
  • Je probleemoplossend vermogen groeit. 
  • Woordenschat en je vermogen je genuanceerd uit te drukken groeien
  • Literatuur daagt uit om je voorstellingsvermogen te vergroten
  • Literatuur draagt bij aan de ontwikkeling van je persoonlijkheid
  • Literatuur biedt een rustpunt voor je geest in onze snelle wereld 
  • Literatuur kan je veel leesplezier bezorgen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proza  en poëzie 


- Proza : teksten in verhaalvorm 
- Poëzie: teksten in dichtvorm 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van proza is:
A
het Nederlands volkslied: 'Het Wilhelmus'
B
de roman 'Turks Fruit' van Jan Wolkers
C
het liedje 'Dikkertje Dap'
D
het gedicht: Herinnering aan Holland van Hendrik Marsman

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volrijm & halfrijm
  • Volrijm -> raaf-graaf, hond-mond, blaren-jaren
  • Halfrijm: Assonantie en alliteratie
  1. Assonantie -> beklemtoonde klinkers luiden gelijk
  2. Alliteratie -> beginmedeklinkers  zijn gelijk

Ezelsbruggetje -> Alliteratie =  Allereerste medeklinkers 

Slide 19 - Tekstslide

Assonatie: de beklemtoonde klinkers van de rijmende woorden komen overeen, zoals in lief en diep.
Alliteratie: de medeklinkers uit (achtereenvolgende) woorden komen overeen, zoals in koddige kater
Voorbeeld:
De koe moest baren en de koe was moe,
  er staken poten achter uit haar lijf 
  en daaraan zaten touwen en daaraan hingen wij; 
  maar 't kalf bleef halverwege steken en de koe 
  keek telkens achterom naar dat gedoe en loeide zacht; 
  het was nog maar een jonge koe, het was haar eerste keer 
  en daarom moest ze kreunen en wij trokken weer 
  en met veel bloed kwam toen het kalf eruit, 
  dood, en ook de koe was stervende en de boer, 
  hij keek van koe naar kalf, van kalf naar koe 
  en stond daar met gebalde vuisten, en alles vloekte, 
  maar hij vloekte niet.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies