MT- Context

1 / 26

Slide 1: Tekstslide

NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk teksttype zie je?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke drie winkels werd er reclame gemaakt?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Er vis er één jarig -> reclame van een visspeciaalzaak in Nederland n.a.v. hun éénjarig bestaan.

Welk trucje werd er in deze reclames gebruikt?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welk woord maakte men in de vorige situatie een woordspeling?

net

schot

zaak

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrip ken je voor dergelijke woordspelingen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke homoniem uit de eerste zin zou je in de tweede zin kunnen laten terugkomen?

Slide 12 - Open vraag

Weer=

toestand van de dampkring wat temperatuur, vochtigheid, luchtdruk, bewolking en wind

Weer = opnieuw

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is uiterst noodzakelijk dat het woord FIAT hier met een hoofdletter geschreven wordt.

Juist

Fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Homofoon

Slide 15 - Tekstslide

Een Fiat= merk van een wagen

je fiat geven= toestemming geven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke link is er tussen deze uitspraak en de vorige winkel van de man?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan: volgens de inspecteur is de ondervraagde hier ...

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke andere betekenis ken je hiervoor?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt er op deze wenskaarten voor een komisch effect?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

MT- Context

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Woordweb

Meer lessen zoals deze

Inversie

H2 homoniem homofoon

Taaltrofee

stijlfiguren

spelling

Les 21 hoofdletters_1G

Herhaling

Les 21 hoofdletters_kort