1.1 - A - Verleden, heden en toekomst


1.1. Verleden, heden 
en toekomst
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


1.1. Verleden, heden 
en toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Een ontdekking
  • De eerste mensen
  • Prehistorie
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe in Zuid-Frankrijk oude schilderingen werden ontdekt. 

  • Je kunt uitleggen waarom we sommige vragen over vroeger moeilijk kunnen beantwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide



Een ontdekking


  • In 1940 vonden twee jongens grottekeningen in Lasceaux (Frankrijk)
  • Naast de tekeningen vonden archeologen ook schilderwerktuigen.
  • In totaal werden er zo'n 2500 geschilderde afbeeldingen gevonden die 17.000 jaar oud waren!
Leerdoel 1

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel 1

Slide 5 - Tekstslide


De eerste mensen (1)

  • De grotschilderingen zijn gemaakt door de cro-magnonmensen die in Europa leefden. 
  • Zij lieten sporen in de grot achter. 
  • Deze sporen zijn een bron geworden waarmee we informatie halen uit het verleden. 
  • We kunnen zien dat ze goed konden tekenen, we weten ook welke dieren er op dat moment leefden en dat ze er moeite voor deden om in de grot te komen. 
Leerdoel 1

Slide 6 - Tekstslide

De eerste mensen (2)
  • Maar er zijn ook vragen waar de bron geen antwoord op geeft.

  • We weten niet wáárom deze mensen deze grotschildering maakte. 

  • Dat is dan een historische vraag: een vraag die gaat over de gedachten van deze mensen.  

  • Er zijn namelijk geen geschreven bronnen.
Leerdoel 1

Slide 7 - Tekstslide


Prehistorie

  • De tijd dat er nog geen geschreven bronnen zijn noemen we prehistorie.
  • Prehistorie betekent letterlijk voorgeschiedenis.
  • De prehistorie eindigt met de uitvinding van het schrift. Vanaf dan zijn er geschreven bronnen.
  • We maken dus onderscheid tussen geschreven bronnen en ongeschreven bronnen.
  • Kan je daar een voorbeeld van noemen? 
Leerdoel 2

Slide 8 - Tekstslide


Aantekeningen

  • Om dingen te weten over mensen uit het verleden onderzoeken we bronnen. Bronnen geven niet overal antwoord op, zoals het waarom. We noemen dat een historische vraag. 
  • De periode zonder geschreven bronnen noemen we prehistorie. Wanneer het schrift wordt uitgevonden spreken we van de historie. We maken dus onderscheid in geschreven en ongeschreven bronnen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
  • We gaan gezamenlijk pagina 8 en 9 lezen uit je boek. 

  • Dan ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten 6, 2 en 4.

  • De antwoorden gaan we bespreken.

  • Ben je al eerder klaar? Ga dan verder met opdracht 1 en 2 op pagina 27. 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe in Zuid-Frankrijk oude schilderingen werden ontdekt. 

  • Je kunt uitleggen waarom we sommige vragen over vroeger moeilijk kunnen beantwoorden. 

Slide 11 - Tekstslide