H9 Leerdoel 1 (H)V1

Ik kan een formule korter opschrijven.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ik kan een formule korter opschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Samenstelling van deze les
  • Uitleg leerdoel aan de hand van succescriteria
  • Slides met uitleg
  • Aan de slag
  • Check
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Ik kan een formule korter opschrijven.
Succescriteria
Ik kan een formule bij een beschrijving maken.
Ik kan volgorde bij bewerking met de juiste notatie toepassen.
Ik kan een formule opstellen aan de hand van een tekst, grafiek of tabel.
Ik kan een formule korter opschrijven.







Slide 3 - Tekstslide

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Slide 4 - Tekstslide

Formule opstellen of maken
Onderstaand stappenplan kun je gebruiken bij een tekst, tabel, grafiek of twee gegeven punten.

Stap 1   Maak een tabel bij de grafiek. Vul hierin twee roosterpunten. (Of neem deze over)
Stap 2   Lees de beginwaarde af of bereken deze.

Stap 3  Is de grafiek een stijgende of dalende lijn?
Stap 4  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale stap van 1? 
          Dit noemen wij de stapgrootte of hellingsgetal.

Stap 5 Maak de formule
          Vervang de onderstaande woorden voor wat je nu weet.


Op welke punt raakt de grafiek de verticale as?
Wat wil je berekenen? = beginwaarde +/- stapgrootte x Wat weet je? 
Wat staat er bij de verticale as?
Wat staat staat er bij de onderste rij?
Wat staat er bij de horizontale as?
Wat staat staat er bij de bovenste rij?

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:

Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten



Succescriteria
Ik kan een formule korter opschrijven.


Van plaats woorden kun je ook letters gebruiken, zie hieronder.


L = Loon 
a= aantal kranten

Bedenk wat de formule dan wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld:

Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20 x
L = 5 + 0,20 a
L = 5 + 0,20 a


Succescriteria
Ik kan een formule korter opschrijven.


Vanplaats woorden kun je ook letters gebruiken, zie hieronder.


L = Loon 
a= aantal kranten

Staat er een x-teken tussen een getal en een letter, 
dan mag je deze weglaten.



Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:

Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20 x
L = 5 + 0,20 a
L = 5 + 0,20 a


Succescriteria
Ik kan een formule korter opschrijven.


Staat er een keer-teken tussen een getal en een letter, 
dan mag je deze weglaten!

Let op!
Vul je een ander getal in voor deze letter (variabele), 
dan moet je het keer-teken weer terug zetten.

L = 5 + 0,20 a
a = 2    -->  L = 5 + 0,20 2 = 5 + 0,40 = 5,40



Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:

Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20 x
L = 5 + 0,20 a
L = 5 + 0,20 a


Onderstaande notaties zijn beiden goed!
L = 5 + 0,20 a
L = 0,20 a + 5   

Succescriteria
Ik kan een formule korter opschrijven.


Staat er een keer-teken tussen een getal en een letter, 
dan mag je deze weglaten!

Let op!
Vul je een ander getal in voor deze letter (variabele), 
dan moet je het keer-teken weer terug zetten.

L = 5 + 0,20 a
a = 2    -->  L = 5 + 0,20 2 = 5 + 0,40 = 5,40



Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld

Een recreatiepark heeft twee verschillende abonnementen. 

Een gewoon abonnement kost 55 euro per jaar en je betaald €5,50 per bezoek.

Een premium abonnement kost 107 euro per jaar maar betaal je slechts €2,25 per bezoek.

Succescriteria
Ik kan een formule maken bij een beschrijving.


Welke twee formules kun je maken?
Neem a voor het aantal bezoekers en b voor het bedrag in euro's.



Slide 10 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)

Een recreatiepark heeft twee verschillende abonnementen. 

Een gewoon abonnement kost 55 euro per jaar en je betaald €5,50 per bezoek.

Een premium abonnement kost 107 euro per jaar maar betaal je slechts €2,25 per bezoek.

Succescriteria
Ik kan een formule maken bij een beschrijving.


Welke twee formules kun je maken?
Neem a voor het aantal bezoekers en b voor het bedrag in euro's.

Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a

Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.


Als je een grafiek gaat tekenen bij een formule wat is dan de eerste stap?  


Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a

Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.


Als je een grafiek gaat tekenen bij een formule wat is dan de eerste stap?  

Formule     --> Tabel      --> Grafiek

Een tabel tekenen!
Teken nu eerst zelf de tabel bij beide formules.

Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a

Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.


Als je een grafiek gaat tekenen bij een formule wat is dan de eerste stap?  

Formule     --> Tabel      --> Grafiek

Een tabel tekenen!
Teken nu eerst zelf de tabel bij beide formules.

Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a



Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a
a
0
5
10
15
20
b
55
82,5
110
137,5
165
a
0
5
10
15
20
b
107
118,25
129,5
140,75
152

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.

Formule     --> Tabel      --> Grafiek

Teken nu in een assenstelsel beide grafieken.

Tip!  
Verticale as (b)  55 t/m 165
Wat is een logische stapgrootte?
Horizontale as (a)   0 t/m 20
Wat is een logische stapgrootte? 
Zodat je ook nog wat kan aflezen :).

Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a



Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a
a
0
5
10
15
20
b
55
82,5
110
137,5
165
a
0
5
10
15
20
b
107
118,25
129,5
140,75
152

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.





Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a



Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a
a
0
5
10
15
20
b
55
82,5
110
137,5
165
a
0
5
10
15
20
b
107
118,25
129,5
140,75
152

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 18 (blz. 92)



Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.





Gewoon abonnement
b = 55 + 5,50 a



Premium abonnement
b = 107 + 2,25 a
a
0
5
10
15
20
b
55
82,5
110
137,5
165
a
0
5
10
15
20
b
107
118,25
129,5
140,75
152
Coördinaten snijpunt bereken

Lees af a = 16, vul in  b = 55 + 5,5 • 16 = 143

coördinaten (16, 143)

Slide 17 - Tekstslide

Noteer voordat je verder gaat 
de aantekening in  je schrift.


Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
Ondersteunend: O3, 4, O5, 6
Doorlopend: 3, 4, 5, 6
Uitdagend: 3, 4, 6, U1, U2

Slide 19 - Tekstslide


Maak opgave 5
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!

Slide 20 - Open vraag


Maak opgave 6
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!


Slide 21 - Open vraag


Schrift controle
Upload een foto van je uitwerkingen van de rest van leerdoel 1. 
Maak een foto per blz. (indien mogelijk), met een maximum van 5 foto's.

Slide 22 - Open vraag


Leerdoel 1
Ik kan een formule korter opschrijven.
A
onvoldoende
B
matig
C
goed
D
uitmuntend

Slide 23 - Quizvraag

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check
Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?
Alle opgaven nagekeken?
Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Succes met het volgende leerdoel.

Slide 24 - Tekstslide