3.1 De stralingsbalans van de aarde

Programma:

3.1 Stralingsbalans van de aarde
3.2 Wereldwijde luchtstromen
3.3 OCeaan- en zeestromen
3.4 El Nino
3.5 Klimaatgebieden
3.6 Landschapszones
3.7 IJstijden
3.8 Hedendaagse klimaatverandering



H3 Aarde - klimaat
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma:

3.1 Stralingsbalans van de aarde
3.2 Wereldwijde luchtstromen
3.3 OCeaan- en zeestromen
3.4 El Nino
3.5 Klimaatgebieden
3.6 Landschapszones
3.7 IJstijden
3.8 Hedendaagse klimaatverandering



H3 Aarde - klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • de belangrijkste onderdelen van de mondiale stralingsbalans toelichten;
  • je kennis over de mondiale stralingsbalans gebruiken om te beredeneren waardoor instraling en uitstraling ruimtelijk verschillen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Voorkennis
uitleg+aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weer vs klimaat?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weer
Toestand op dit moment. Temperatuur, neerslag en wind.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaat
Gemiddelde weer gemeten over periode van 30 jaar.

- temperatuur, neerslag

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Aarde - Klimaat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Veel klimaatwetenschappers geven aan: de mens levert een bijdrage aan het versnellen van klimaatverandering. 

Waarom is er dan nog steeds zoveel discussie over het klimaatvraagstuk in de politiek en het bedrijfsleven?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als de temperatuur stijgt/daalt met 3°C?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Land-zeeverdeling (ligging t.o.v water, zeeën en oceanen)
  3. Hoogteligging
  4.  Ligging van gebergten (richting van bergruggen)
  5. Invloed van wind-en zeestromen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is. 

 Dit komt doordat: 
1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging t.o.v. de zee 
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels: 
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van gebergte
Algemene regel/proces:

Slide 16 - Tekstslide

 Wind van zee neemt waterdamp/vocht mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.
Tot zover de voorkennis

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kan de belangrijkste onderdelen van de mondiale stralingsbalans toelichten
2. Je kan beredeneren waarom instraling en uitstraling ruimtelijk verschillen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was het ook weer?


  • Schrijf in een hoe-hoe zin het verband tussen breedteligging en temperatuur:
Hoe dichter bij de evenaar, hoe...

  • Schrijf in een hoe-hoe zin het verband tussen hoogteligging en temperatuur:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis: Klimaat - aarde
Klimaatfactoren:

  1. Zonne-energie --> Vandaag!
  2. Lucht- en oceanische stroming
  3. Verhouding land- en zee
  4. Reliëf
  5. Hoogteverschil

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 3.1 Stralingsbalans van de aarde

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zon is onze belangrijkste energiebron

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de zonnestraling die de aarde bereikt?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans van de aarde

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans = inkomende en uitgaande energie
  • Belangrijke functie: leven op aarde afhankelijk van goede stralingsbalans.

  • Waarom?

  • Als inkomende (zonne) energie > uitgaande (zonne) energie = te heet op aarde
  • Als uitgaande (zonne) energie > inkomende (zonne) energie = .................

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans = inkomende en uitgaande energie
  • Evenwicht tussen inkomende (kortgolvige) & uitgaande (langgolvige) energie = dynamisch evenwicht

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking stralingsbalans?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Hoe kan het dan nog leefbaar zijn?

Het broeikaseffect-> houdt warmte vast
Stralingsbalans in evenwicht, want:

Inkomende straling (49+20) = uitgaande straling (57 +12)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke rol weggelegd voor broeikaseffect bij stralingsbalans
  • Leven op aarde afhankelijk van energiebalans, waarbij broeikaseffect zorgt voor absorberen van langgolvige straling 
  • Natuurlijk broeikaseffect zorgt voor rondpompen warmte
  • Zonder natuurlijk broeikaseffect is het veel te koud om te leven

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albedo

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door stralingsbalans is het dus leefbaar op aarde (niet te warm, niet te koud)


  • Maar waarom dan niet overal even warm/koud?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Ruimtelijke verschillen in instraling

Slide 39 - Tekstslide

Waar vallen zonnestralen het schuinst op het aardoppervlak?
rond de poolgebieden
Hoe ontstaan er verschillen in albedo?
door ijskappen en zeeijs
door bewolkingoverdag
Welke verklaring is er voor verschil in broeikaseffect?
Door ijlere lucht in de bergen.
Ook verdamping van water heeft invloed op de temperatuur van de lucht.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Alle opdrachten 3.1
Klaar? Samenvatting

Behoefte aan extra uitleg? -> filmpje (1min)

Volgende les: terugkoppeling en starten 3.2

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kan de belangrijkste onderdelen van de mondiale stralingsbalans toelichten
2. Je kan beredeneren waarom instraling en uitstraling ruimtelijk verschillen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke regels (1)
Inkomende energie:
zonne-energie, motor van stralingsbalans via kortgolvige straling.

+- 50% bereikt aarde, rest wordt weerkaatst of vastgehouden in de atmosfeer.

Deel zonnestraling omgezet in langgolvige straling, deel weerkaatst,reflectie (albedo)

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke regels (2)
Uitgaande energie:
Deel warmtestralen en gereflecteerde zonnestralen verlaten atmosfeer naar de ruimte.

Deel straling wordt in atmosfeer geabsorbeerd (opgenomen broeikaskassen van nature of versterkt door mens)
Deel straling wordt in atmosfeer naar aarde teruggekaatst (wolken, stofdeeltjes)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Aantekening § 3.1 De zon
  • Zorgt voor inkomende zonnestraling

  • Dit is kortgolvige straling

  • Atmosfeer is niet in staat om straling om te zetten in warmte; het aardoppervlak wel!



Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aantekening § 3.1 Het aardoppervlak
  • Straalt langgolvige straling uit

  • Echter, meer uitstraling van langgolvige straling, dan inkomende zonnestraling

  • Hoe kan dat?
  • Broeikaseffect



Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aantekening § 3.1 Het broeikaseffect
  • Langgolvige straling vanaf het aardoppervlak wordt teruggekaatst door de atmosfeer

  • Daardoor blijft deze warmte op de aarde



Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aantekening § 3.1 Straling > energie
  • Straling wordt omgezet in energie

1. Latente energie
2. Vloeibare warmte


Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aantekening § 3.1 Verloren straling
  • Alle zonne- energie die (na weerkaatsing) de atmosfeer weer verlaat komt in het heelal terecht (uitgaande straling)

  • Dit alles vormt de stralingsbalans

  • Gemiddeld over de dag genomen is inkomende zonnestraling gelijk aan uitgaande



Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: individueel uitwerken = in stilte
1. Maak H3.1. Opdr. 1,2,5.
2. Klaar? Maken samenvatting §1 (H3)


timer
15:00

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies