Soap rapporteren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les: 
  • Kun je de begrippen waarnemen, observeren en signaleren uitleggen
  • Kun je het belang van de SOAP methode uitleggen 
  • Heb je geoefend met de SOAP methode 

Slide 2 - Tekstslide

SOAP methode
S: subjectieve gegevens
O:objectieve gegevens
A: analyse van het probleem
P: planning

Slide 3 - Tekstslide

Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals de jij dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens.
Evaluatie: gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan wat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de client hierop? Hoe moet verder worden gehandeld?

Slide 4 - Tekstslide

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:
* Waarnemen
*Observeren
*Signaleren
*Rapporteren

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 6 - Tekstslide

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 7 - Tekstslide

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 8 - Tekstslide

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot acties.

Slide 9 - Tekstslide

Rapporteren
Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 10 - Tekstslide

rapportage
Wie rapporteert: 
Evver, verpleegkundige, verzorgende, arts, fysio, ergo 
(alle betrokken disciplines)

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 11 - Tekstslide

SOAP methode
S: Subjectieve gegevens
O: Objectieve gegevens
A: Analyse van het probleem
P: Planning

Slide 12 - Tekstslide

SOAP methode
  • De SOAP-methode structureert het rapporteren. 
  • Beter overzicht 
  • biedt veel mogelijkheden om beter te observeren, 
  • biedt mogelijkheden om te analyseren
  • zorgt voor betere zorgplannen 

Slide 13 - Tekstslide

SOAP methode

Slide 14 - Tekstslide

SOAP methode
Objectief: 
De directe observatie van de situatie 
Het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.

Slide 15 - Tekstslide

SOAP methode
Analyse: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.

Slide 16 - Tekstslide

SOAP methode
Plan: 
Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zit het met SOEP?
Subjectief: Hoe voelt de zorg-ontvanger zich? (bijv. “geen buikpijn meer” of “vandaag gaat het beter”)
Objectief: De symptomen zoals de zorgmedewerker die vaststelt (dit kunnen ook dingen zijn waar de zorgontvanger zich zelf niet bewust van is)
Evaluatie: Hoe gaat het sinds de vorige keer? (bijv. “de cliënt herstelt goed”)
Plan: Wat zijn de eventuele vervolgstappen?

Slide 18 - Tekstslide

Voordelen rapportage via systeem

* Dwingt tot nauwkeurigheid en volledigheid
* Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
* Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 19 - Tekstslide

Wees specifiek!
Niet zo.. 
Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Maar zo..
Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 20 - Tekstslide

Tips 
  • Schrijf respectvol
  • Vermeld afspraken
  • Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij je mening geeft
  • Rapporteer niet vanuit emotie
  • Stel geen diagnoses als je niet bevoegd bent
  • Reageer op eerdere rapportages
  • Vermijd vaktaal en afkortingen (die andere niet begrijpen)
  • Let op taal,-schrijf en typefouten
  • Schrijf kort, krachtig en volledig
  • Verwijs waar kan naar het Zorgleefplan

Slide 21 - Tekstslide

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe.
 Hier wordt een waardeoordeel uitgesproken en is
niet objectief.
S: Mevrouw komt naar mij toe en zegt dat zij haar familie mist.
O:  Familie komt 1x per maand op bezoek.
 A: In de beleving van mevrouw is dit te weinig.
 P: Bespreekbaar maken met familie. Ik zal de eerste contactpersoon bellen en dit bespreken.

Slide 22 - Tekstslide

Meneer was erg onrustig.
Dit is niet concreet. Wat is onrustig in de situatie van meneer?

S: Meneer was onrustig vandaag.
O: Meneer liep veel heen en weer. Stond tijdens de maaltijd vijf keer op en riep hard “hallo” door de gang. Meneer kon niet gerustgesteld worden.
A: De onrust bij meneer was meer dan gisteren.
 P: Morgen en de komende dagen meneer blijven observeren en hierover rapporteren. Indien na
twee dagen geen vermindering, overleg met arts of psycholoog

Slide 23 - Tekstslide