NT2 A2 TAAL COMPLEET thema 3

• NT2
• ISK

A2 TAAL COMPLEET thema 3

3.4 om te

Ik ga naar de bakker om een brood te kopen.

Ik pak een mes om het brood te snijden.

Na om... te: altijd het hele werkwoord.

Waarvoor?

Als de vraag is: waarvoor? 

Dan kun je antwoorden met om...te

Waarvoor gebruik je een mes? Om het brood te snijden.

Waarvoor heb je die pan nodig? Om soep in te koken.

Ik neem de bus...

1. om naar school te gaan.
2. naar school te gaan.
3. naar school om te gaan.
4. te gaan naar school.

Ik pak een pen...

1. om mijn huiswerk te opschrijven.
2. om opschrijven mijn huiswerk.
3. om mijn huiswerk op te schrijven.
4. om te schrijven mijn huiswerk.

Hij krijgt de vraag...

1. te voetballen komen.
2. komen te voetballen.
3. om komen te voetballen.
4. om te komen voetballen.

Zij gaan naar huis...

1. om friet te eten.
2. om te eten friet.
3. te eten friet.
4. want friet is lekker.

Waarvoor ga jij naar school?
(Nederlands leren)

Waarvoor ga je naar de winkel?
(vlees kopen)

Waarvoor heb je een pen nodig?
(toets maken)

Waarvoor blijf jij thuis?
(huiswerk maken)

Werkblad 3.4

Cursist A vraagt: Waarvoor gebruik je een ... ?
Cursist B geeft antwoord.

Klaar? Opdrachten maken 3.3 en 3.4