Verslaving in de ouderenzorg

Les Verslaving
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les Verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Waar ben jij allemaal verslaafd aan?

Slide 2 - Open vraag

Wat maakt dat je hier niet mee kunt stoppen?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer ben je verslaafd? (DSM-V)
Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
Het verkrijgen of gebruiken van het middel en het herstellen van gebruik kosten veel tijd.
Sterk verlangen om te gebruiken.
Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het sociale of relationele vlak.
Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Welke verslaving(en) ken je vanuit de praktijk?

Slide 5 - Woordweb

Bij een verslaving is er sprake van een geestelijke of lichamelijke afhankelijkheid van een middel of gewoonte waaraan geen weerstand geboden kan worden.
Er zijn twee soorten verslavingen.
 Namelijk de verslaving aan stoffen/middelen en verslaving aan gedrag/handelingen.

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak
Oorzaak van het ontstaan van een verslaving spelen biologische, psychische en sociale factoren een wisselende rol. 

Bij 35-80% van de verslaafde speelt erfelijkheid een rol bij de ontwikkeling van een verslaving. 

Persoonlijke- en omgevingsfactoren spelen ook een rol spelen (stress, eenzaamheid en/ of depressie)

Slide 7 - Tekstslide

- (Chronische) ziekte
- Mantelzorg
- Overlijden
- Scheiding
- Beschikbaarheid van alcohol en het gebrek aan kennis over alcohol
- Ontbreken van een dagstructuur

Slide 8 - Tekstslide

Gedragsverslaving 

Geen drugs  
 Vergelijkbaar met het gevoel dat inname van drugs veroorzaakt 
Verlangen 
Patroon

Voorbeelden:
Game & Internet verslaving
Gokverslaving
Sexverslaving
Eetverslaving
Shopverslaving
Geestelijke afhankelijkheid


Lichamelijke afhankelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Verslaving bij ouderen komt steeds vaker voor!
Ouderen zijn in tegenstelling tot de jongere mens anders qua mentale, fysieke en cognitieve kwetsbaarheid.

De problematiek rondom verslaafde ouderen dient specifieke aandacht te krijgen.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is verslaving een hersenziekte?

Slide 11 - Open vraag

Het beloningssyteem
- zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen met een prettig gevoel beloond worden (sex, eten)
- alcohol en drugs zijn in staat om dit beloningssysteem op een krachtige manier te prikkelen, dat is de reden dat je je na gebruik van drug lekker voelt

Slide 12 - Tekstslide

mensen die neerslachtig zijn hebben meer kans om verslaafd te raken
-5100

Slide 13 - Poll

Beloningssyteem
- Dopamine
- Genen (erfelijkheid)
-Afname receptoren door veelvuldig gebruik met gewenning of tolerantie als gevolg

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke signalen duiden voor jou op verslaving bij een cliënt?

Slide 16 - Woordweb

Gevolgen/ belemmering 
Afwezigheid bij activiteiten.
Lage concentratie.
Logisch kunnen nadenken.
Vermoeidheid.
Presteren goed of slecht.
Afspraken niet nakomen.
Pokerface

Slide 17 - Tekstslide

Hebben ouderen kalmeringsmiddelen nodig, of kunnen ze zonder?
-1100

Slide 18 - Poll

Preventie van groot belang!
- motiverende gespreksvoering--> doel: gedragsverandering
- signalen en consequenties van gebruik

Welk beeld heb je bij middelengebruik? Kennis en vertrouwen op je "niet pluis gevoel" is belangrijk!
Daarna: handelen!!
Welke stappen zou jij nemen bij alcohol of medicatiemisbruik??


Slide 19 - Tekstslide

Casus student
Wie heeft momenteel te maken (gehad) met iemand die verslaafd is?
Hoe wordt daar mee omgegaan binnen jouw stage?

Welke afspraken zijn er ?

Is er een protocol ? 



Slide 20 - Tekstslide

Wat neem je mee naar de praktijk?

Slide 21 - Woordweb