Herhaling spelling

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
- je weet (weer) wanneer je het koppelteken en weglatingsstreepje moet gebruiken.
- je weet (weer) hoe je samenstellingen met en zonder tussenletters moet spellen.
- je weet (weer) hoe je hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruikt. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min) 
- Terugblik (5 min)
- Uitleg: spelling met quiz (20 Min)
- Zelfstandig werken: oefenmateriaal (25 min)
- Bespreken oefenmateriaal (10 min)

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Volgmeting 
Wanneer:  vrijdag 1 april
Wat
- werkwoordspelling (H1, H3, H4, H5 en H6)
- spelling (H3, H4, H5)
- grammatica woordsoorten: LW, BN, ZN, Pers vnw, Bezit vnw, WW, VW (de Brug en H4)
- grammatica zinsdelen: PV, OW, WG, LV, MV, BWP, HZ en BZ

Slide 6 - Tekstslide

De leraar ...... (worden) vroeger zo  ....... (vrezen) om zijn strengheid, dat niemand zelfs maar ......... (fluisteren) in zijn les.

Slide 7 - Tekstslide

Op de foto .... (ontluizen) een vrouw een sterk ..... (vermageren) meisje. 

Slide 8 - Tekstslide

Nevengeschikt of ondergeschikt?
Ik heb nooit geld bij me, omdat ik altijd mijn pinpas gebruik.

Slide 9 - Tekstslide

Benoem de hoofd- en bijzinnen
Terwijl een muis maar een jaar of vier wordt, kan een kip wel vijftien jaar leven, maar sommige andere vogels bereken nog nog veel hogere leeftijden.

Slide 10 - Tekstslide

woordsoorten
Zodra Elise thuiskomt, smijt ze haar tas weg en trekt ze haar sloffen aan. 

Slide 11 - Tekstslide

Spelling H3
Koppelteken
- in samenkoppelingen die anders overzichtelijk worden
- in samenstellingen om klinkerbotsing te voorkomen
- in samenstellingen van gelijkwaardige woorden
- bij letters, cijfer, andere tekens, afkortingen en St of Sint
- bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn
- in woorden met de voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud- en voor een hoofdletter bij de voorvoegsels anti-, oer-, on- en pro-

Slide 12 - Tekstslide

Spelling H3
weglatingsstreepje, die komt op de plek van een deel van een woord dat je weglaat
kooklessen en kookcursussen



Slide 13 - Tekstslide

Spelling H5
- Je schrijft een hoofdletter aan het begin van de zin, bij eigennamen, bij bijvoeglijk naamwoorden die van een aardrijkskundige naam zijn afgeleid

- Je schrijft aanhalingstekens: bij directe rede / citaten, bij titels (van boeken/films enz.), als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis

Slide 14 - Tekstslide

Spelling H4 tussenletters
Wel of niet een S toevoegen

Als je hem hoort, dan schrijf je hem ook

Slide 15 - Tekstslide

Spelling H4 tussenletters
Wel of geen (en)n toevoegen
- het eerste deel heeft geen meervoud
- het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is
- het eerste deel heeft (ook) een meervoud op -s
- het eerste deel is geen zelfstandig naam woord
- het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Ga naar Nearpod

Slide 17 - Tekstslide

Maak het oefenmateriaal
Eerst Spelling H3, 4 en 5 
Klaar: maak oefenmateriaal werkwoordspelling

Slide 18 - Tekstslide