[4H] SI III - De koning & Coalitie

Staatsinrichting van Nederland III
De koning & coalities
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting van Nederland III
De koning & coalities

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 2 - Tekstslide

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Rob Jetten
C
Hugo de Jonge
D
Ernst Kuipers

Slide 3 - Quizvraag

Wie is deze minister?
A
Wobke Hoekstra
B
Rob Jetten
C
Hugo de Jonge
D
Dennis Wiersma

Slide 4 - Quizvraag

Wie is deze minister?
A
Kajsa Ollongren
B
Micky Adriaansens
C
Sigrid Kaag
D
Carola Schouten

Slide 5 - Quizvraag

Welke macht heeft de regering in Nederland?
A
De uitvoerende macht
B
De wetgevende macht
C
De rechterlijke macht
D
Al deze machten

Slide 6 - Quizvraag

De regering
De regering bestaat uit de koning & ministers.

Slide 7 - Tekstslide

De macht en invloed van de koning
De koning is lid van de regering (NIET van het kabinet), maar hij heeft nauwelijks macht

Hoeveel invloed de koning heeft, is onduidelijk. Dat hangt af van de minister-president. Dat noemen we het geheim van paleis Noordeinde.

Slide 8 - Tekstslide

De macht en invloed van de koning

De macht van de koning wordt ingeperkt door artikel 42 in de Nederlandse Grondwet. Hierin staat:
'De koning(in) is onschendbaar; de minister zijn verantwoordelijk.'

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De macht en invloed van de koning

Dat betekent dat de minister(-president) 
verantwoordelijk is voor alles wat de koning 
doet. Toen Willem Alexander tijdens de 
Coronalockdown naar Griekenland op
vakantie ging, moest Rutte daarvoor 
verantwoording afleggen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Coalitieregering

Slide 13 - Woordweb

Hoeveel zetels heb je nodig in de Tweede Kamer om te regeren?
A
51 zetels
B
76 zetels
C
101 zetels
D
150 zetels

Slide 14 - Quizvraag

Verkiezingen en formatie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Welke partijen vormen samen het kabinet Rutte IV?

Slide 19 - Open vraag

Vertrouwen
Bij vertrouwen hoort ook dat het kabinet de Tweede Kamer goed informeert over wat ze doet. Als de Kamer daarom vraagt, dan MOET een minister alle informatie over een onderwerp doorgeven. Als de Tweede Kamer een minister niet meer vertrouwt, dan kan ze een motie van wantrouwen aannemen.

Slide 20 - Tekstslide

Vertrouwen
Een coalitie is nodig, omdat een kabinet op genoeg steun in de Tweede Kamer moet kunnen rekenen. De Tweede Kamer moet vertrouwen aan het kabinet geven.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe laat de Tweede Kamer zien dat ze vertrouwen hebben in het kabinet?
A
Dat hoeft de Tweede Kamer niet te laten weten
B
De voorzitter van de Kamer laat weten dat er vertrouwen is
C
Alle fractievoorzitters spreken hun vertrouwen uit
D
Als minstens 76 Kamerleden het kabinet steunen

Slide 22 - Quizvraag

Bedenk hoe je ervoor kunt zorgen dat coalitiepartijen vier jaar lang samenwerken.

Slide 23 - Open vraag

Regeerakkoord
Tijdens de formatie sluiten de coalitiepartijen een regeerakkoord. Hierin staat precies opgeschreven welke plannen het kabinet tijdens zijn regeerperiode gaat uitvoeren. 

Slide 24 - Tekstslide

Voordeel regeerakkoord
Het voordeel van een regeerakkoord is dat het kabinet zeker weet dat ze voor alle plannen de steun krijgt van de meerderheid in de Tweede Kamer.

Slide 25 - Tekstslide

Bedenk twee nadelen van een regeerakkoord. Denk aan compromis en saaiheid

Slide 26 - Open vraag

Past een regeerakkoord volgens jou bij het dualisme? Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open vraag

Lesdoelen
Je kunt:
- aangeven hoe de macht van de koning door de ministeriële verantwoordelijkheid is ingeperkt;
- het verschil tussen een minister en een staatssecretaris aangeven;
- uitleggen wat een kabinetsformatie is;
- uitleggen waarom er in Nederland altijd coalitieregeringen zijn;
- uitleggen waarom vertrouwen belangrijk is tussen het kabinet en de Tweede Kamer;
- uitleggen of een regeerakkoord past bij het idee van dualisme.

Slide 28 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag