Goed of fout

Goed of fout

              Is de zin goed of fout?

 

 

goed

fout

Goed of fout?

• Werkt hij op zaterdag? 
• ✅

Goed of fout?

• Is dit potlood van jouw? 
  
• Is dit potlood van jouw? ❌
  
• Is dit potlood van jou? ✅
  
• Het is jouw potlood. ✅

Goed of fout?

• Ik ga bij de fiets naar school. 
  
• Ik ga bij de fiets naar school. ❌
  
• Ik ga met de fiets naar school. ✅

Goed of fout?

• Werkt jij op zaterdag?
  
• Werkt jij op zaterdag? ❌
• Werk jij op zaterdag? ✅

Goed of fout?

• Het is mij huis. 
  
• Het is mij huis. ❌
  
• Het is mijn huis. ✅
  
• Het huis is van mij. ✅

Goed of fout?

• Ik ben niet getrouwd. 
• ✅

Goed of fout?

• De meisjes kopen twee jasen.
• De meisjes kopen twee jasen. ❌
• De meisjes kopen twee jassen. ✅

Goed of fout?

• Eerst je loopt naar links.
• Eerst je loopt naar links. ❌
• Eerst loop je naar links. ✅

Goed of fout?

• Het is onze tafel. De tafel is van ons. 
• ✅
• Het is ons huis. Het huis is van ons. 

1. Op 1 april komt Sinterklaas.
   
2. Op 1 april maken mensen grapjes.
   
3. Op 1 april moeten alle mensen sporten.
   

 Juist of onjuist: