Voltooid deelwoord (zwak & sterk)

Grammatik Kapitel 6
Voltooid deelwoord van zwakke & sterke werkwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatik Kapitel 6
Voltooid deelwoord van zwakke & sterke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Uitleg over het voltooid deelwoord
                      Let op en maak aantekeningen!
  • Oefenen met de nieuwe stof

Slide 2 - Tekstslide

das Partizip
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
  • ge + stam + t            zB. gemacht
  •  ! eindigt de stam op -d/-t dan:  
       ge + stam + et          zB. gearbeitet

! UITZONDERINGEN !
werkwoord op -ieren dan:                      stam + t          zB. fotografiert
werkwoord met be- of ver- dan:          stam + t          zB. versorgt / besucht

Slide 3 - Tekstslide

das Partizip
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Deze voltooid deelwoorden worden anders gevormd, net als in het Nederlands. In de Lernliste staat dan ook het voltooid deelwoord, deze leer je er dan bij.

Voorbeelden:
beschrijven - beschreven             beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen             schwimmen - geschwommen

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Er volgen nu een aantal vragen over het voltooid deelwoord. Een aantal meerkeuze vragen, maar ook open vragen. Denk eerst goed na en geef dan antwoord. Het gaat NIET om het snelste antwoord, maar om het juiste antwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Ich habe euch das gestern (sagen)!
A
sagt
B
versagt
C
gesagen
D
gesagt

Slide 6 - Quizvraag

Wir wurden gestern (spionieren).
A
spioniert
B
gespionieren
C
gespioniert
D
spionieren

Slide 7 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord kaufen is
A
gekauft
B
gekaufd
C
kauft
D
kaufen

Slide 8 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord wohnen is
A
wohnen
B
gewohnd
C
gewohnt
D
wohnt

Slide 9 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord machen is
A
macht
B
gemacht
C
machen
D
gemachd

Slide 10 - Quizvraag

Er hat die Katze (versorgen).

Slide 11 - Open vraag

Wir haben zusammen Minecraft (spielen).

Slide 12 - Open vraag

Mit wem hast du (telefonieren).

Slide 13 - Open vraag

Ich habe mit ihr (reden).

Slide 14 - Open vraag

Zum Schluss
Blooket woordenschat Kapitel 6

Slide 15 - Tekstslide