Het nieuwe van haar theorie was dat kunst een taal spreekt die symbolisch is en dat dat afhangt van het denkkader dat gebruikt wordt (de bril die men opzet). Dit aspect van haar theorie wordt in onze postmoderne tijd van cultuurrelativisme gewaardeerd; er is geen waarheid, zaken kun je van meerdere kanten bekijken.
Het gaat Langer om het geven van betekenis. Dit kan je op twee niveaus begrijpen; intuïtief zoals bij muziek en abstracte kunst en de symbolische taal zoals bij min of meer realistische kunst en literatuur (waaronder ook songteksten). Deze niveaus lopen door elkaar en zijn vrij willekeurig van aard. Toch is een mens, die kunst wil beleven, afhankelijk van conventies (afspraken) anders zou het kunstwerk hem niets zeggen.
Langer kon weinig met de nabootsingstheorie en stelde daar de afbeeldingstheorie tegenover; zowel structuur, vorm als betekenis maken deel uit van dezelfde boodschap: het kunstwerk!