RD1014A2 - Kapitel 8 Aussehen

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lernziele Kapitel 8 / Thema Aussehen
  • Je kunt beschrijven hoe iemand eruit ziet.
  • Je kunt je mening geven over kleding. 












Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
• Du weißt was du am Ende Kapitel 8 wissen solltest.
• Du lernst neue deutsche Wörter zum Thema Aussehen.

Slide 4 - Tekstslide

Was machst du Heute?
• Kapitel 8 kennenlernen
• Wortschatz
• Grammatik
* Hören




Slide 5 - Tekstslide

Was sind deine Lieblingsfarben?

Slide 6 - Woordweb

Kapitel 8: Aussehen
Lernziele:
- beschrijven hoe iemand eruit ziet.
- je mening geven over kleding.

Wortschatz:
Klamotten, Eigenschafte, Farben 

Slide 7 - Tekstslide

Kapitel 8: Aussehen / BK + KT
Grammatik: 
Wanneer komt er een -e achter het bezittelijk voornaamwoord? 

Bijvoorbeeld:
mijn, jouw, zijn, haar, onze, etc.
mein-, dein-, sein-, ihr-, uns-, uzw.

Meine Schuhe (mijn schoenen)

Slide 8 - Tekstslide

Das ist (zijn) Buch (das)
A
sein
B
mein
C
ihre
D
seine

Slide 9 - Quizvraag

Das ist (onze) Schule.
A
unser
B
ihre
C
unsere
D
ihr

Slide 10 - Quizvraag

Ist das (jullie) Vater
A
euer
B
eure
C
euere
D
ihre

Slide 11 - Quizvraag

Das ist (zijn) Kind (das)
A
ihr
B
seine
C
sein
D
seines

Slide 12 - Quizvraag

Kapitel 8: Aussehen 
Grammatik:
modalverben - uit je hoofd leren!
dürfen, können, müssen, wissen
sollen, wollen, mögen

Vertaal:
Du darfst hier nicht essen.

Slide 13 - Tekstslide

Kapitel 8: Aussehen
Toetsvormen

- Hoofdstuktoets
- Praktische opdracht

Slide 14 - Tekstslide

Mögen =
A
mogen
B
durven
C
houden van/lusten
D
willen

Slide 15 - Quizvraag

er (moet - een ander wil het)
A
solle
B
soll
C
sollst
D
sollt

Slide 16 - Quizvraag

Karina (weet)
A
wisse
B
weiss
C
wiss
D
weiß

Slide 17 - Quizvraag

dürfen =
A
mogen
B
durven
C
willen
D
doen

Slide 18 - Quizvraag

müssen =
A
moeten (een ander wil het)
B
mogen
C
kunnen
D
Moeten (het kan niet anders)

Slide 19 - Quizvraag

ich (wil)
A
wolle
B
woll
C
will
D
wille

Slide 20 - Quizvraag

Wortschatz

Slide 21 - Tekstslide

Hausaufgaben (online)
BK 
KT
Machen:
Seite 66: Aufgabe 3, 4, 5

Lernen:
Lernliste N-D bis “die Mützen"

Mittwoch schauen wir uns die Hausaufgaben an.
Machen:
Seite 70: Aufgabe 3, 5 und 6

Lernen:
Lernliste N-D bis “die Mützen"

Mittwoch schauen wir uns die Hausaufgaben an.
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Sehen
Wir sehen uns Logo an.
Du:
1. Tel het aantal nieuwsitems (ook weerbericht)
2. Noteer de landen + steden
3. Schrijf van elk item drie steekwoorden op.
Jeder is leise (stil) und macht mit.
Nach dem Sehen: antwoorden doornemen kris/ kras door klas
steekwoord = 
het belangrijkste woord. 

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben (online)
TH 
Machen:
Seite 68: Aufgabe 3, 4, 5

Lernen:
Lernliste N-D bis “die Mützen"

Mittwoch schauen wir uns die Hausaufgaben an.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Du lernst neue deutsche Wörter die mit Aussehen zu tun haben.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Welche neue Wörter hast du heute gelernt? Nenne zwei.

Slide 27 - Woordweb

Tschüss!

Slide 28 - Tekstslide