7.1 Verlicht absolutisme

Elisabeth Polak
Geboren op 29 januari 1935 in Den Haag 

In oktober 1943 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Elisabeth Polak
Geboren op 29 januari 1935 in Den Haag 

In oktober 1943 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
  1. Uitleg verlicht absolutisme (15 min.) 
  2. Controlevragen (10 min.)
  3. Uitwerken leerdoelen (10 min.)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeën beschrijven en verklaren
2. Je kunt meerdere verlichte ideeën benoemen en uitleggen, waaronder de trias politica en het sociaal contract
3. Je kunt verklaren waarom verlichte denker belang hechtten aan onderwijs en de verspreiding van kennis
4. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat verlicht absolutisme inhoudt 


Slide 4 - Tekstslide

KA's 
27. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst politiek, economie en sociale verhoudingen 
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme  

Slide 5 - Tekstslide

Geef per uitspraak aan of het over Verlichting gaat of niet.

Balthasar Bekker bestreed in zijn boek 'De betoverde weereld 'het geloof in demonen
Gilbert White observeerde en registreerde het weer, de trek van de vogels en het gedrag van zijn goudvissen in hun kom. 
Absoluut vorsten stelden dat God hen had aangesteld om over hun onderdanen te regeren.
Aan Lodewijk XIV wordt vaak de quote 'l'etat, c'est moi!' ("de staat, dat ben ik!") toegeschreven.
Verlichting
Verlichting
Geen Verlichting
Geen Verlichting

Slide 6 - Sleepvraag

verlichte ideeën over politiek
A : de koning/regering krijgt zijn macht niet van God, maar van de burgers.

B: om machtsmisbruik te voorkomen moeten de uitvoerende, rechterlijke en wetgevende macht gescheiden zijn.

C: Het is de taak van de overheid om de natuurlijke rechten van de burgers te beschermen. (leven, vrijheid, bezit)

D: de burgers mogen een overheid vervangen als die niet hun instemming heeft.

E: de regering moet de 'algemene wil' uitvoeren.
Rousseau

Montesquieu

John Locke

A
B
C
D
E

Slide 7 - Sleepvraag

De mens heeft natuurlijke rechten. Hij mag bijvoorbeeld niet uitgebuit worden door een ander. Slavernij is slecht
De standenmaatschappij (zie bron 6) is niet op logica gebaseerd. Iemands positie moet niet bepaald worden door geboorte, maar door verdienste.
De kerk misbruikt haar macht en de koning claimt onterecht dat hij zijn macht van God heeft gekregen (Droit divin). Dit is onlogisch en dus onjuist. 
De koning mag zijn macht niet misbruiken, want hij heeft zijn macht gekregen van het volk. Hij moet hen hun wil uitvoeren. 
Rationeel optimisme en verlicht denken wordt toegepast op godsdienst 
Rationeel optimisme en verlicht denken wordt toegepast op politiek 
Rationeel optimisme en verlicht denken wordt toegepast op economie  
Rationeel optimisme en verlicht denken wordt toegepast op sociale verhoudingen 

Slide 8 - Sleepvraag

Kernwoorden Verlichting
1. Gelijkheid: De mens is van nature gelijk geboren en moet ook zo worden behandeld. Tegen slavernij 
2. Vrijheid: De mens is vrij geboren en is soeverein 
3. Opvoeding is cruciaal. Goede opvoeding zorgt voor goede kennis en houdt onwetendheid buiten de deur 
4. Onderwijs: Elk mens moet goed worden onderwezen. Zorgt voor een rationeel en logisch denkende mens. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verspreiding Verlichte ideeën 
  • boeken, zoals de Encyclopédie
  • Salons
  • kranten

Slide 11 - Tekstslide

Encyclopédie
om zelf te kunnen nadenken, moet je kennis hebben
Daarom alle beschikbare kennis samengebracht in 1 boek
samengesteld door Diderot en d'Alembert
In dit boek stonden veel verlichte ideeën en daarom kritiek op de privileges van adel en geestelijken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Frederik de Grote = Frederik van Pruisen
Pruisen, middelste plaatje ttv Frederik van Pruisen

Slide 15 - Tekstslide

Frederik de Grote 
"Alles voor het volk, maar niets door het volk" 
Frederik wilde alles doen om zijn volk te helpen, maar hij was uiteindelijk wél de enige die bepaalde wat er gebeurde
  • religieuze verdraagzaamheid
  • droogleggen van moerassen voor nieuwe landbouwgrond
  • introductie van de aardappel als voedsel voor volk (goedkoop!)

Slide 16 - Tekstslide

Andere belangrijke verlichte vorsten
Catharina de Grote van Rusland
Zeer veel interesse in cultuur.
Baseerde haar rijk op werk Montesquieu. Echt verlicht?
Jozef II (Habsburgse Rijk)
Tolerantie-edicten in 1781

Slide 17 - Tekstslide

Catharina de Grote (1729 - 1796)
  • 1762: Catharina pleegt een coup en komt aan de macht

  • Verlicht despote
  • Verlicht: Raadgevend lichaam, gelijkheid rechtspraak en religieuze verdraagzaamheid.
  • Despote: horigheid, beperkt de macht van adel, tegenstanders hard aanpakken

Slide 18 - Tekstslide

Continuïteit
De vorst behoudt alle macht; het volk heeft geen inspraak
De standensamenleving blijft voortbestaan 
Binnen deze standensamenleving was er geen sociale mobiliteit; het was onmogelijk om van stand te wisselen

Slide 19 - Tekstslide

Maatregel pas wel bij een verlicht absoluut vorst
Maatregel past niet bij een verlicht absoluut vorst
De vorst verhoogt de belasting op grond en gebouwen; de kerk hoeft deze belasting niet te betalen:
De vorst benoemt John, de zoon van een timmerman, tot kapitein in het leger vanwege zijn kwaliteiten
Om overstromingen in de toekomst te voorkomen, richt de vorst een instituut van waterbouwkunde op
De vorst besluit dat burgers in steden met meer dan 10.000 inwoners hun eigen bestuur mogen kiezen

Slide 20 - Sleepvraag

Gebruik bron 1.
De opvatting van Frederik de Grote in deze bron past bij het verlicht absolutisme. Toon dit aan.

Slide 21 - Open vraag

Het samenstellen van de Encyclopédie door de Franse wetenschappers Diderot en d’Alembert kan als voorbeeld dienen voor twee kenmerkende aspecten, één uit de zeventiende eeuw en één uit de achttiende eeuw.

Noem beide kenmerkende aspecten en leg per aspect uit waarom het samenstellen van de Encyclopédie daarvan een goed voorbeeld is. (3p)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide