B1K1 Presenteren leereenheid 8

• Lichamelijke opvoeding
• MBO
• Studiejaar 1

B1K1 Presenteren leereenheid 8

Wanneer is een presentatie effectief?

E = K x A

E = Effectiviteit

K = Kwaliteit

A = Acceptatie

Scoor je op 1 punt laag, dan valt de Effectiviteit dus ook laag uit.

Het is van belang dat je op beide punten hoog scoort!

Een goede voorbereiding:

• doelgroep, deelnemers (kinderen of volwassenen, voetballers of golfers?)
• doel/effect (gezellige sfeer of concentratie)
  
• afstemmen van de boodschap op doelgroep en doel (contact met de groep d.m.v. je non-verbale communicatie)

01:04

Wie stemt zijn boodschap het beste af of de doelgroep?

04:42

Wie doet het volgens jou het beste de bespreking?

06:58

Wie stemt zijn non-verbale communicatie het beste op deze doelgroep af?

Opbouw van je presentatie

• Hoe open je?
  
• Wat vertel je in de kern
  

• Hoe sluit je af?  

Jouw positie als lesgever. Waar moet je opletten?

Succesvol presenteren bereik je door...

Je positie tov de deelnemers:

• Afstand tot de groep
  
• Houd rekening met zon, licht en afleidende  prikkels
  
• Hoe zet je jouw deelnemers neer?
  
• Staand presenteren heeft de voorkeur
  
• Wissel af en toe van positie
  

Succesvol presenteren bereik je door...

Hoe kun je het beste aandacht vragen én behouden?

Succesvol presenteren bereik je door...

Aandacht vragen en behouden:

• Maak duidelijk afspraken
  
• Praat wanneer het stil is
  
• Probeer aandacht te krijgen
  
• Wachten
  
• Zachter praten
  
• Blik vangen
  
• Naam noemen
  
• Signaal geven
  

Succesvol presenteren bereik je door...

• verbaal (taal)
•  - taalgebruik 
•  - formulering
•  - articulatie

non- verbaal (lichaamstaal)

•  - uiterlijk
•  - lichaamshouding
•  - gezichtsuitdrukking, oogcontact
•  - arm- en handgebaren
•  - stemgebruik

Communicatie

Wat is het belang van eigen vaardigheid?

• voorbeeld
• motivatie
• acceptatie
• inleving
• hulpverlening

Belang van eigen vaardigheid:

• de lesgever als model

• beroepshouding

 - betrokkenheid

 - respect

 - empathie

 - echtheid

 - openheid

 - flexibiliteit

 - betrouwbaarheid

 - omgaan met emoties

 - klantgerichtheid

 - distantie (integriteit)

Voorbeeldfunctie