Blok 3 Over Taal

Blok 3
Over Taal 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Blok 3
Over Taal 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van deze les?
  • begrijp je de betekenis van tien schooltaalwoorden;  
  • begrijp je de betekenis van tien moeilijke woorden uit teksten;  
  • kun je de betekenis van woorden vinden door te letten op tegenstellingen;  
  • kun je grondwoorden in een woordenboek gebruiken;  
  • kun je trappen van vergelijking maken.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 24
Kies de betekenis van de woorden die in de zinnen in hoofdletters staat. 

Slide 3 - Tekstslide

1. Bij een toets moet je de vragen AANDACHTIG lezen.
A
OP HET LAATST
B
MET VEEL AANDACHT
C
OMDAT
D
ALS HET NODIG IS

Slide 4 - Quizvraag

2. Een moeilijke vraag kun je EVENTUEEL een paar keer lezen
A
ONDERTUSSEN
B
ZONDER EROMHEEN TE DRAAIEN
C
KORT GEZEGD
D
ALS HET NODIG IS

Slide 5 - Quizvraag

3. Goed lezen is belangrijk, AANGEZIEN je dan minder fouten maakt.
A
KORT GEZEGD
B
BRUIKBAAR
C
ALS HET NODIG IS
D
OMDAT

Slide 6 - Quizvraag

4. Het is GEBRUIKELIJK dat je bij een toets je naam op het blad schrijft.
A
BRUIKBAAR
B
OMDAT
C
GEWOON
D
MET VEEL AANDACHT

Slide 7 - Quizvraag

5. Je hebt al vaak toetsen gemaakt, dus INMIDDELS weet je dat.
A
ONDERTUSSEN
B
OMDAT
C
MET VEEL AANDACHT
D
ZONDER EROMHEEN TE DRAAIEN

Slide 8 - Quizvraag

6. Een viltstift is niet GESCHIKT om mee te schrijven.
A
KORT GEZEGD
B
BRUIKBAAR
C
ONDERTUSSEN
D
OMDAT

Slide 9 - Quizvraag

7. Zeg maar gewoon RONDUIT wat je van dit plan vindt.
A
KORT GEZEGD
B
GEWOON
C
ZONDER EROMHEEN TE DRAAIEN
D
OMDAT

Slide 10 - Quizvraag

8. Een overhoorprogramma is heel NUTTIG om woordjes te leren.
A
ALS HET NODIG IS
B
GEWOON
C
MET VEEL AANDACHT
D
BRUIKBAAR

Slide 11 - Quizvraag

9. Als je veel oefent, zal het je UITEINDELIJK lukken de woorden goed uit te spreken.
A
OMDAT
B
ONDERTUSSEN
C
OP HET LAATST
D
ALS HET NODIG IS

Slide 12 - Quizvraag

10. Je hebt geoefend, je hebt nagedacht en goed geleerd, KORTOM : je hebt goed je best gedaan.
A
OMDAT
B
KORT GEZEGD
C
ONDERTUSSEN
D
BRUIKBAAR

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 25
  • Kies voor elke zin het goede woord wat op de puntjes moet staan. 

Slide 14 - Tekstslide

1. Ik wil … meedoen aan een danswedstrijd op tv.
A
producten
B
niets liever dan
C
leidde tot
D
ondanks

Slide 15 - Quizvraag

2. ... mijn zere enkel heb ik deze week toch vijf getraind
A
de jaren zestig
B
leidde tot
C
ondanks
D
regelmatig

Slide 16 - Quizvraag

3. Ik weet niet waardoor deze pijn is ...
A
afgerond
B
actief
C
regelmatig
D
ontstaan

Slide 17 - Quizvraag

4. Mijn vriendin heeft ook ... en danst meestal met mij mee.
A
niets liever dan
B
de smaak te pakken
C
ontstaan
D
de jaren zestig

Slide 18 - Quizvraag

5. We leren ... nieuwe danspassen en coole moves.
A
niets liever dan
B
ondanks
C
producten
D
regelmatig

Slide 19 - Quizvraag

6. Onze leraar kijkt veel naar dansers uit...
A
de jaren zestig
B
producten
C
afgerond
D
actief

Slide 20 - Quizvraag

7. In die tijd wilden mensen vrij zijn en dat ... nieuwe soorten dans.
A
leidde tot
B
de jaren zestig
C
de smaak te pakken
D
regelmatig

Slide 21 - Quizvraag

8. Als je veel beweegt, voel je je heerlijk ...
A
afgerond
B
niets liever dan
C
ontstaan
D
actief

Slide 22 - Quizvraag

9. Ik graag gezond eten, daarom kies ik gezonde ...
A
de jaren zestig
B
producten
C
actief
D
ontstaan

Slide 23 - Quizvraag

10. Als ik het VMBO heb, .... wil ik graag naar een dansopleiding.
A
de smaak te pakken
B
ondanks
C
niets liever dan
D
actief

Slide 24 - Quizvraag