m2b 5-3-21 (woordenlijst 6)

Nederlands 5 maart 2021
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 5 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Oefening woordenschat blok 5 + 6
  • Leesvaardigheid
  • Huiswerk volgende les:
    Leren: Over taal woordenlijst 6
    Maken: maken digitaal lezen blok 5: opdracht 2.1 t/m 2.11 (paragraaf 5.13)  

Slide 2 - Tekstslide

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
een beetje
A
Schroot
B
Enigszins

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Principieel
A
Volgens een overtuiging of mening
B
Manier waarop iets is georganiseerd
C
Maken, scheppen

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
verschillend, uiteenlopend
A
Divers
B
Stadium

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Ruimschoots
A
Meer dan nodig
B
Elk apart
C
Hindernis, moeilijkheid

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
manier waarop iets is georganiseerd
A
Systeem
B
Stadium

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Term
A
Woord
B
Modern
C
Afval van ijzer

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
afmaken
A
Voltooien
B
Creëren

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Afzonderlijk
A
Op zo'n manier
B
Maken, scheppen
C
Elk apart

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
Modern
A
Fairtradeproduct
B
Eigentijds

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Obstakel
A
Uit de weg gaan, ontlopen
B
Op zo'n manier
C
Hindernis, moeilijkheid

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
Uit de weg gaan, ontlopen
A
Omzeilen
B
Uitroeien

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Schroot
A
Een tegenovergestelde mening geven
B
Afval van ijzer
C
Deel of onderdeel van iets groters

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste woord bij de omschrijving:
periode in een ontwikkeling, fase
A
Stadium
B
Anatomie

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste omschrijving bij het woord:
Constructie
A
Bouw
B
Deel of onderdeel van iets groters
C
Eén van een bepaalde soort

Slide 16 - Quizvraag

Fijne dag!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide