Chapitre 5: herhaling "De Passé composé met avoir"

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend?
Schrijf je antwoord in een hele zin in het Frans.

Slide 2 - Open vraag

C'est quand ton anniversaire?
Schrijf je antwoord in een hele zin in het Frans.

Slide 3 - Open vraag

Programme
  • Wat is de voltooide tijd ook alweer en hoe maak je die in het Frans?




Doel van vandaag (herhaling) 
  • Aan het einde van de les heb je de passé composé herhaald en geoefend.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al van
 de passé composé?

Slide 5 - Woordweb

Passé Composé

Onderwerp + Hulpwerkwoord + Voltooid deelwoord 

 Hulpwerkwoord: avoir 

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé 

Onderdeel 1: 
het hulpwerkwoord

Kies de vorm van avoir (hebben) die bij het onderwerp van de zin past. Let op: deze vormen van avoir moet je dus uit je hoofd kennen!
J'ai                      Ik heb
Tu as                  Jij hebt
Il/elle             Hij/zij heeft
On                   We hebben / 
                              men heeft
Nous avons     Wij hebben
Vous avez         Jullie hebben / 
                               u heeft
Ils/elles ont       Zij hebben

Slide 7 - Tekstslide

Passé composé 

Onderdeel 2: 
het voltooid deelwoord

Stappenplan:
1. Neem het hele werkwoord
2. Haal "-er" er af (je houdt de stam over)
3. Plak een accent aigue "é" op de laatste e
Voorbeelden:

1. danser                         1. visiter
2. dans                             2. visit
3. dansé                          3. visité

1. parler                            1. regarder
2. parl                                2. regard
3. parlé                              3. regardé

Slide 8 - Tekstslide

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Fransbij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde
- Haal de -er weg
- Pak het hele werkwoord
- Plaats een accent aigu (é) op de laatste e

Slide 10 - Sleepvraag

Avoir
=
  hebben



Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                     avons
                          ont
                             ai
                        avez
                            as
                              a

Slide 11 - Sleepvraag

Kies de juiste vorm van avoir

Tu ....
A
avons
B
as
C
ont
D
a

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van avoir

On ....
A
avons
B
as
C
ont
D
a

Slide 13 - Quizvraag

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 14 - Sleepvraag

Ils (chanter, passé composé)
A
ont chanté
B
ont chanter
C
a chanté
D
a chanter

Slide 15 - Quizvraag

tu - parler

passé composé
A
tu as parlé
B
tu est parlé
C
tu parles
D
tu parle

Slide 16 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
On (passé composé, passer) __________
A
a passer
B
as passé
C
ont passer
D
a passé

Slide 17 - Quizvraag

Open vragen
In het laatste gedeelte van deze opdracht moet je de passé composé zelf kunnen schrijven.


Slide 18 - Tekstslide

Zet in de passé composé:
Je + bavarder

Slide 19 - Open vraag

Zet in de passé composé:
Elle + jouer

Slide 20 - Open vraag

Zet in de passé composé:
On + danser

Slide 21 - Open vraag

Wat heb je herhaald?

Slide 22 - Woordweb

Hoe goed snap jij het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Au travail

  • Oefenen kan op op www.verbuga.eu 
  • met regelmatige ww op -er in de passé composé 
  • apprendre: D uit je boek
  • Tijd over: Stencils om te maken


Slide 24 - Tekstslide

Wat ging goed
en wat kan beter?
(Top & Tip)

Slide 25 - Woordweb