Thema 1 les 3: Verschillende hersenen

Jongens- en Meisjeshersenen
Breingeheimen
Thema 1 les 3

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jongens- en Meisjeshersenen
Breingeheimen
Thema 1 les 3

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht 1 (viertallen)
Meisjes: waarin zijn jongens beter?
Jongens: waarin zijn meisjes beter?

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht 2 (alleen)
-Maak blz 15 in je werkboek
-Kies minimaal 3 dingen waar jij relatief goed in bent. 

-Vergelijk met 'typische' jongens/meisjesdingen

Slide 3 - Tekstslide

Breingeheim 1: 'Wishful thinking'
-Veel meisjes denken dat ze slecht zijn in wiskunde. Maar doordat ze dat denken, hebben ze er vaak ook moeite mee.

-Meisjes die verwachten dat ze even goed zullen zijn in wiskunde als jongens, halen vaak betere resultaten.

Slide 4 - Tekstslide

Breingeheim 2: Hersendelen
-De delen van de hersenen die te maken hebben met taal, ontwikkelen zich bij meisjes eerder dan bij jongens.
-Bij jongens ontwikkelt het ruimtelijk inzicht gemiddeld eerder dan bij meisjes.

-Ons onderwijssysteem (taal, stilzitten) zou meer passen bij meisjes- dan bij jongenshersenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Breingeheim 3:
Jongens & mannen:

- Hebben gemiddeld 10 tot 15% grotere hersenen dan meisjes & vrouwen
- Kunnen zich het best concentreren wanneer ze 1 ding tegelijk doen
- Reageren gemiddeld sneller dan vrouwen
- Onthouden beter wanneer ze onder lichte stress staan

Slide 6 - Tekstslide

Breingeheim 4:

Meisjes & vrouwen: 

- Hebben meer verbindingen tussen hun neuronen en hun hersenhelften. 
- Kunnen sneller switchen tussen taken doordat hun hersenhelften beter samenwerken
- Hebben gemiddeld actievere hersenen. 
- Onthouden beter als ze ontspannen zijn

Slide 7 - Tekstslide

Een braingame
Nu zijn jullie aan de beurt!

Slide 8 - Tekstslide

Welke kubus past bij de uitleg?
A
links
B
linksmidden
C
rechtsmidden
D
rechts

Slide 9 - Quizvraag

Maak de reeks af:

30 - 28 - 25 - 21 - 16 ...

A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel dieren tel jij?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord kan je maken van de woorden hieronder?
BEGIN HEREN MEI

Slide 12 - Open vraag

Noteer zoveel mogelijk andere woorden voor:
'Praten'

Slide 13 - Open vraag

Wat is goed?
A
Zo-wie-so
B
Zowiezo
C
So-wie-so
D
Sowieso

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de uitkomst van deze som?

Slide 15 - Open vraag

Oorzaken (1):

-Eén van de oorzaken van al deze verschillen lijkt het (geslachts)hormoon testosteron te zijn.
-Mannen hebben hier (veel) meer van dan vrouwen.
-Dit hormoon veroorzaakt ook risicovol gedrag. Mede hierdoor raken meer jongens in de criminaliteit, maar ook op hoge positie in het bedrijfsleven. 

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken (2):

-Maar zeker zo belangrijk hierin is de opvoeding:

*Waar speelde jij vroeger vooral mee? Waarom? 
*Wat voor beelden van jongens/meisjes zie je in de media?
*Wat verwachten mensen dat je kunt? Waarvoor geven ze je complimenten? 

*Wat zijn de effecten hiervan op o.a. ruimtelijk inzicht en taalontwikkeling? 

Slide 17 - Tekstslide

Intelligentie
Ondanks al deze verschillen is het IQ van jongens en meisjes gemiddeld gelijk.

Voor goede schoolprestaties is je IQ overigens minder belangrijk dan je 'executieve vaardigheden' (les 2)


Slide 18 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Kruis op blz 16 + 17 (13 vaardigheden) aan waar jij goed in bent 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke vaardigheid/vaardigheden (1 t/m 13) zou jij graag beter willen beheersen?

Slide 21 - Open vraag

Welke vaardigheid/vaardigheden (1 t/m 13) zou jou helpen beter te presteren op school. Waarom?

Slide 22 - Open vraag


Onthoud dit:
-Met vertrouwen bereik je veel
-Er gaat in jullie hersenen nog een hoop gebeuren
-Aanleg is een deel, training is zeker zo belangrijk

Slide 23 - Tekstslide