7 - 1VMA - Grammatica 1.7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Onrustig

SO (schriftelijke overhoring)

• Woensdag 29 september
• Voor een cijfer 
• Grammatica hoofdstuk 1.7 

Hier denk ik aan bij 

het woord grammatica:

Waarom is grammatica

belangrijk? 

Individueel werken - instapopdracht

Wat: Maak opdracht 2 van hoofdstuk 1.7 (bladzijde 69) 
Onderstreep de persoonsvorm. Verdeel de zin in zinsdelen. Zet een 'o' boven het onderwerp. 

Hoe: Individueel, in stilte 

Hulp: Geen

Tijd: Tot iedereen klaar is 

Klaar: Lees de leertekst 'Zin en zinsdelen' en 'Persoonsvorm' en maak opdracht 4

Instapopdracht 

klassikaal nakijken

Maak aantekeningen!

Uitleg zinsdelen en persoonsvorm

 Ik | eet | deze appel. |

Zinsdelen

| Ik | eet | deze appel. |

Persoonsvorm

• Zinsdeel
  
• Eén woord
  
• Vorm van het werkwoord
  
• In het enkelvoud of in het meervoud
  
• In de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd
  

• Hoe vind je hem? Tijdproef! 

Hoe doe je de tijdproef ? 

1. Zet de zin in een andere tijd
     Tegenwoordige tijd > verleden tijd

     Verleden tijd > tegenwoordige tijd 

2. Het woord dat verandert, is de pv. 

| Ik | eet | deze appel. |

Klassikaal oefenen

De mus vliegt over de tuin.

> Welke tijd is dit? 

> Wat gebeurt er als je de tijd verandert? 

Klassikaal oefenen

De mus vliegt over de tuin.

Individueel werken

Wat: Lees eerst de leertekst 'Zin en zinsdelen' en 'Persoonsvorm' (bladzijde 70) 
Drie of meer fouten in de instapopdracht? Maak opdracht 4 t/m 8

Minder dan drie fouten in de instapopdracht? Maak opdracht 4, 7 en 8 

Hoe: Individueel, in stilte

Hulp: Eerst vijf minuten zelf proberen / geen hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs

Tijd: Tot het einde van de les

Klaar: Lees de leertekst 'Zinsdeelproef' (bladzijde 72) en 'Onderwerp' (bladzijde 75) 

Zinsdeelproef

Als je de pv (persoonsvorm) hebt gevonden, kun je op zoek naar de andere zinsdelen. 

Hoe? Met de zinsdeelproef!

Stappenplan 

Stappenplan zinsdeelproef

1. Onderstreep de pv 
2. Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen
3. Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten. 
4. Zet de zinsdeelstrepen op de juiste plaats. 

Klassikaal oefenen

De kleine mus vliegt rondjes over de tuin.

Klassikaal oefenen

De kleine mus vliegt rondjes over de tuin.

Klassikaal oefenen

De kleine mus | vliegt | rondjes over de tuin.

Klassikaal oefenen

Rondjes | vliegt | de kleine mus over de tuin.

Klassikaal oefenen

Over de tuin | vliegt | de kleine mus rondjes.

Klassikaal oefenen

De kleine mus | vliegt | rondjes | over de tuin.

Individueel werken

Wat: Lees de leertekst 'Zinsdeelproef' (bladzijde 72) en 'Onderwerp' (bladzijde 75). Ga dan verder met het maken van de opdrachten.

Drie of meer fouten in de instapopdracht? Maak opdracht 4 t/m 15

Minder dan drie fouten in de instapopdracht? Maak opdracht 4, 7, 8, 10, 11, 12, 13 en 15

Hoe: Individueel, in stilte 

Hulp: Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs

Tijd: Tot het einde van de les

Klaar: Lees in je leesboek. 

Herhaling

Huiswerk voor vrijdag

• Maak van hoofdstuk 1.7:
  
  In je werkboek: opdracht 4 t/m 15 (eventueel vragen overslaan als je minder dan drie fouten had bij de instapopdracht, zie opdracht 3)