Literatuurgeschiedenis Dautzenberg Hoofdstuk 4: De Romantiek

Literatuur in de 19e eeuw: De Romantiek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Literatuur in de 19e eeuw: De Romantiek

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw hoofdstuk 19 eeuw
  • Paragraaf 29: Historische achtergrond
  • Paragraaf 30: Overheersende culturele stroming Romantiek
  • Paragraaf 32: De Romantiek in de literatuur
  • Paragraaf 33: Het realisme 
  • Paragraaf 34: Nicolaas Beets (Hildebrand)
  • Paragraaf 35: Francois Haverschmidt (Piet Paaltjens)
  • Paragraaf 36: Multatuli (Eduard Douwes Dekker)

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 29: Historische achtergrond
  • In Europa: Industriële Revolutie: stoommachines uitgevonden, maar niet iedereen rijk! -> arbeidersklasse
  • In Nederland: Patriotten in opstand -> Bataafse republiek
Daarna:
  • 1810: Napoleon maakt Nederland Franse kolonie
  • 1815: Napoleon verslagen, Noord en zuid samen
  • 1830: Noord en zuid los -> ontstaan België

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 29: Historische achtergrond

  • Verlichting wordt opgevolgd door Romantiek -> 
  • Medio 19e eeuw:  opkomst realisme naast Romantiek
  • Eind 19e eeuw: Romantiek/Realisme -> Fin de siècle

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 21: De Romantiek
  • Overgang Verlichting -> Romantiek
  • Bijna alles wat de Verlichting niet was: Romantisch had in de 18e eeuw als betekenis: overdreven, vergezocht, fantastisch 

Let op, dit geldt niet voor de Romantiek:
  • Dat meer mensen ineens verliefd op elkaar werden
  • Dat mensen meer liefdesverhalen schreven

Slide 5 - Tekstslide

De Romantiek en kunst
  • Kunst gericht op gevoeligheid, verbeeldingskracht, individualisme en originaliteit
  • Kunst in essentie lyrisch (=gevoelig) ipv didactisch  
  • Als vorm van escapisme -> werd gebruikt om aan de wereld van 'nu' te ontsnappen: naar de toekomst, exotische landschappen, naar het bovennatuurlijke en het religieuze
  • Centraal is de natuur -> direct tegenover het industriële

Slide 6 - Tekstslide

De Romantiek en kunst
Kunst moest:
  • Origineel zijn
  • Persoonlijke opvattingen van de kunstenaar bevatten

  • Kunstenaars zijn bohèmiens: artistieke figuren die er anders uitzien en zich anders gedragen dan de doorsnee mensen
  • en revolutionair

Slide 7 - Tekstslide

De Verlichting 

  • Rationalisme
  • Classicisme
  • Didactisch
  • Draait om het collectief (maakbare samenleving)
De Romantiek

  • Gevoeligheid
  • Verbeeldingskracht
  • Individualistisch
  • Origineel
  • Natuurlijk

Slide 8 - Tekstslide

De Romantiek en wetenschap
De interesse in het natuurlijke leidt tot nieuwe takken van wetenschap:
  • Antropologie
  • Vergelijkende taalwetenschap
  • Muziekwetenschap
  • Literatuurwetenschap

Slide 9 - Tekstslide

De Romantiek vs nu
  • Kunst is nu ook nog romantisch -> gericht op individuele gevoelens en gedachten van de kunstenaar
  • Ook originaliteit wordt nog steeds gewaardeerd
  • Betekenis romantisch nu anders -> meer op liefde gericht

Slide 10 - Tekstslide

Paragraaf 32: Romantiek in de literatuur
  • Nadruk op gevoel
  • Reactie op het rationalisme 
  • Sensucht en weltschmerz: droefgeestigheid en een romantisch verlangen naar een onbereikbaar geluk
  • Antirationalisme leidt tot nieuwe belangstelling voor het geloof -> eigen verhouding tot God

Slide 11 - Tekstslide

Nieuwe genres
Het escapisme als tegenreactie op rationalistische karakter van de Verlichting leidt tot het ontstaan van de volgende genres:
  • De historische roman (Sir Walter - Ivanhoe)
  • De griezelroman (Mary Shelley - Frankenstein)
  • Science-fiction (Jules Vernes)
  • Het detectiveverhaal (Edgar Allan Poe)
  • Geschreven sprookjes (Gebroeders Grimm)

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 33: Het realisme
  • Als tegenreactie op het lieflijke, sentimentele en fantastische van de Romantiek
  • Zochten inspiratie uit het alledaagse (eerst van de middenklasse, daarna ook het arbeidersleven)
  • Leidt tot de 'klassieke roman'
  • Romantische schrijvers: Haverschmidt en Multatuli
  • Realistische schrijvers: Nicolaas Beets en Guido Gezelle

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

  • Lees de paragrafen 29, 30, 32 en 33
  • Maak de opdrachten: 32.1, 32.2 en 33

  • Klaar? Lees door in Reize door het Aapenland

Slide 14 - Tekstslide

Literatuur in de 19e eeuw: De Romantiek

Slide 15 - Tekstslide

Romantiek en literatuur: nieuwe tendensen
Nieuwe belangstelling voor geloof:
  • Persoonlijke verhouding mens - Opperwezen
  • Geloof in zelf/eigen hart zoeken
  • Geloof in ongerepte natuur zoeken
Inspiratie uit middeleeuwse literaturen van West-Europa
  • Herleving genres als sprookjes en ballades
Escapisme 

Slide 16 - Tekstslide

Griezelroman
  • Komt voort uit gothic novel
  • Gebaseerd op irrationele angsten
  • Bekendste voorbeeld: Frankenstein - Mary Shelley
  • En: Edgar Allan Poe
Historische roman
  • Authentieker dan de gothic novel
  • Realistischer, maar nog wel een geromantiseerd beeld

Slide 17 - Tekstslide

Science-fiction
  • Onbekende mogelijkheden wetenschap en techniek
  • Vaak structuur van imaginair reisverhaal
  • Bekendste schrijver uit 19e eeuw: Jules Vernes (bijv. 80 dagen rond de wereld)
Het sprookje
  • Jarenlang mondeling overgeleverd
  • Nu ook opgeschreven, bijvoorbeeld door gebroeders Grimm
  • Zelf bedachte sprookjes: cultuursprookjes

Slide 18 - Tekstslide

Tegenreactie: het realisme
  • Medio 19e eeuw: realisme
  • Reactie op lieflijke, sentimentele en fanatieke kant van de Romantiek
  • Gebaseerd op de realiteit van alle dag: leven van middenklassers en arbeiders

Slide 19 - Tekstslide

Paragraaf 34: Nicolaas Beets (Hildebrand)
Leidse theologiestudent
Camera Obscura (1839)
  •  Een van de populairste werken van onze literatuur
  • Titel: voorloper van het fototoestel ->biedt 'kijkje' in het leven
  • Satirisch beeld van de Hollandse burgerij uit de 19e eeuw
  1. portretteren leden van deze stand
  2. schapen onvergetelijke figuren
  3. Ik-figuur Hildebrand: kan niks fout doen

Slide 20 - Tekstslide

Paragraaf 35: Francois 
Haverschmidt (Piet Paaltjens)
  • Ook een theologiestudent
  • Bedacht 'Piet Paaltjens' -> een door hem verzonnen dichter
  • Schreef het bundeltje Snikken en grimlachjes
  • Lag voortdurend met zichzelf overhoop
  • Dubbele betekenis van zijn gedichten: 
  1. grappige parodieën op overdreven romantische poëzie en 
  2. persoonlijke ontboezemingen -> sombere levensangst

Slide 21 - Tekstslide

Paragraaf 36: Multatuli (Eduard Douwes Dekker)
Pseudoniem -> letterlijke betekenis 'Ik heb veel gedragen'
Max Havelaar  (1860)
  • Wellicht het bekendste werk uit de Nederlandse literatuur 
-> nummer 1 in de literaire canon
  • Beschrijft de ervaringen van Eduard Douwes Dekker in Nederlands-Indië
  • -> streef naar verbetering van het lot van de inlanders

Gebruik roman ipv essays/krantenartikelen-> groter bereik en meer overtuigingskracht

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees de paragrafen  34, 35 en 36

  • Maak de bijbehorende opdrachten: 34, 35, 36 + tussentoets

  • Klaar? Lees door in Reize door het Aapenland

Slide 23 - Tekstslide