Dichtheid

Dichtheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je weet wat de dichtheid van een stof betekent.
  • Je kent de formule van de dichtheid en kan die toepassen
  • Je kan beredeneren wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar zitten,

Slide 2 - Tekstslide

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 3 - Quizvraag

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 5 - Quizvraag

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 6 - Quizvraag

Hieronder zie je 2 stoffen. 1 daarvan is goud, maar welke?

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 8 - Tekstslide

De dichtheid zegt dus iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die 2 geeft je de dichtheid. 

Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij aluminium is dat 2,7 g per cm3

Slide 9 - Tekstslide

stof eigenschap
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt... Dit is dus een stofeigenschap!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

formule
De dichtheid reken je uit door de massa te delen door het volume. Je wilt namelijk steeds kijken hoeveel gram 1 cm3 weegt, zo kun je eerlijk vergelijken. In formule:
                                                   ρ=m/V

ρ=Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3)
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

vul de lege vakken in
massa
volume
dichtheid
50 g
10 cm3
....... g/cm3
....... g
15 cm3
20 g/cm3
25 g
...... cm3
5 g/cm3
20 kg
....... dm3
10 g/L
1,72kg
5L
...... g/dm3

Slide 15 - Tekstslide

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g

Slide 16 - Quizvraag

Als je de massa deelt door het volume dan bereken je...
A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 17 - Quizvraag

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 18 - Quizvraag


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 19 - Quizvraag

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 20 - Quizvraag

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 21 - Quizvraag

huiswerk
online leeromgeving
7.4 zwaar en licht
begrijpen 5 & 9
beheersen 16 & 18

Slide 22 - Tekstslide