Oranje Academie spelling + leesvdh

Oranje Academie: Taalvaardigheid

door
Esther van der Heijde en Patrick van 't Hof
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Oranje Academie: Taalvaardigheid

door
Esther van der Heijde en Patrick van 't Hof

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe hoort het volgens de spellingsregels?
A
Oranje Academie
B
Oranje academie
C
Oranjeacademie

Slide 3 - Quizvraag

Moeilijkewoordendictee
Moeilijke woordendictee?
(Wij hebben ruzie met Android)

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud van de cursus
23 januari: toelichting taalverzorging in het taalbeleidsplan / werkwoordspelling / hoofdletters

12 maart: verwijswoorden / didactiek antwoorden formuleren
9 april: de bezits-s / woorden aan elkaar of los / door participanten in te vullen (‘huiswerk’, neem een casus mee van een toetsvraag die steeds slecht beantwoord wordt)



Slide 5 - Tekstslide

Inhoud van vandaag
1) gesprek/discussie: hoe doen jullie het nu? Ideeën?
2) Zorgen voor hele zinnen bij leerlingen
3) De bijzin
4) Verwijswoorden

Slide 6 - Tekstslide

De Willem Werkt Netjes
'We vragen van alle docenten of ze letten op spelling en formuleren. Bij andere vakken dan talen heeft het geen invloed op het cijfer, maar leerlingen krijgen zo wel mee dat het altijd van belang is om netjes te werken. Het gaat hierbij om:
-Schrijven met blauwe of zwarte pen
-Eigen naam met hoofdletters
-Regel overslaan tussen antwoorden
-Een nette bladspiegel: niet krassen, maar doorhalen; kantlijn gebruiken en op de regel schrijven.
-Hoofdletters aan het begin van een ZIN
-Goede formulering, zoals antwoorden in hele zinnen (dus niet een zin met ‘dat’ of ‘omdat’ beginnen)
-Vermijden van onduidelijke verwijzingen in het antwoord (dus niet: ‘Ze vinden het slecht’, maar ‘De politieagenten vinden de toename van het aantal inbraken slecht.’
-Correctie spelling (hoofdletters, werkwoordspelling, woorden correct overschrijven uit een toets, enz.)'

Slide 7 - Tekstslide

Mv van café
A
cafees
B
cafées
C
cafés
D
café's

Slide 8 - Quizvraag

mv van cadeau
A
cadeau's
B
cadeaus

Slide 9 - Quizvraag

Damian heeft vijf gitaren.
A
Damian's gitaren
B
Damians gitaren
C
Damian zijn gitaren

Slide 10 - Quizvraag

Typ de voorgelezen woorden in.
Zet ze bij elkaar in één antwoord

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen toetsweek 2
leestekens
leenwoorden
samenstellingen: tussenletters, koppelteken
weglatingsstreepje
aaneenschrijven
werkwoordspelling

Slide 12 - Tekstslide


Wat is het verschil tussen 'geletruidrager'
en 'gele truidrager'?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag


Slide 18 - Open vraag

Aan elkaar of los?
MEESTAL AAN ELKAAR
Er staan meestal niet meerdere zn achter elkaar in een zin.
Ezelsbruggetje: Hoe zou je het verder uitleggen? 'met' ertussen zetten (dan los) of de woorden omdraaien? (dan aan elkaar).
Trucje 2: bedenk waar een klemtoon ligt. Eén woord (aan elkaar) heeft één klemtoon.
een doos boeken = een doos met boeken (dus los)
TikTokaccount = een account op TikTok
2 havoleerling = een leerling uit 2 havo

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zit dat met andere woordsoorten?
er/hier/daar + vz altijd aan elkaar

bijv nw, is het bedoeld als bijv nw? Over welk ander deel van het woord zegt het iets?
Rode wijnglazen / rodewijnglazen.

Slide 20 - Tekstslide

Pauze

Slide 21 - Tekstslide

Zul je werkwoorden en hoofdletters voortaan goed spellen?
Nee, ik snap het nog niet - Nee, maar ik ken nu goede hulpmiddelen - JA, altijd!
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Noem iets wat je vandaag geleerd of opgefrist hebt

Slide 23 - Open vraag