Samenvattingles

Dwars door Europa

Samenvattingles
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dwars door Europa

Samenvattingles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les benomen wat de zes werelddelen zijn. 
  • Ik kan aan het einde van de les aangeven of een grens een natuurlijke grens of kunstmatige grens is.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een grens?


= De scheidingslijn tussen twee gebieden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grenzen binnen Europa
  • Binnen Europa liggen veel landen. Deze landen zijn van elkaar gescheiden. Er zijn twee soorten grenzen: natuurlijke grenzen en kunstmatige grenzen. 
  • Een natuurlijke grens, die wordt bepaald door de natuur, bijvoorbeeld een berg, een zee of een rivier.
  • Bij een kunstmatige grens speelt de natuur geen rol. Het is een scheidingslijn die twee gebieden met elkaar hebben afgesproken. Zo’n kunstmatige grens wordt met grenspalen of grensstenen aangegeven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke grens
Kunstmatige grens 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen wat een grens is.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom je belasting moet betalen.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom er in sommige producten accijns zitten. 
  • Ik kan aan het einde van de les uitrekenen hoeveel btw je betaalt als je iets koopt. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat belasting en accijns zijn.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belasting betalen 
  • In elk land moeten de inwoners belasting betalen.  Ze betalen dan geld aan de overheid.
  • Over elke euro die je ergens voor moet betalen krijgt de overheid 19 eurocent
  • De belasting zit al in de prijs, dus dat zie je 
  • Deze vorm van belasting noem je 'belasting toegevoegde waarde'= btw 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting betalen
  • Er zijn uitzonderingen: de btw op eten en drinken is bijvoorbeeld geen 19%, maar 6%. 
  • Door belastingen krijgt de overheid veel geld binnen. Met dit geld legt de overheid bijvoorbeeld wegen aan. Ook geeft de overheid geld aan scholen. Hierdoor kun je gratis naar school.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra belasting
  • Op sommige producten zit nog extra belasting. Dit extra belasting noem je accijns. Accijns zit bijvoorbeeld op tabak, alcohol en brandstof.
  • Door de producten extra duur te maken, hoopt de overheid dat mensen deze producten minder kopen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grenzen verdwijnen
  • De douane controleert wie en wat het land in- en uitgaat. Bij de grens moet iedereen zijn of haar paspoort laten zien. ID 
  • Je hoeft niet bij alle grensovergangen een legitimatiebewijs laten zien.  Dat is omdat deze landen afspraken hebben gemaakt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom zes Europese landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen wanneer een land lid mag worden van de EU.
  • Ik kan aan het einde van de les benoemen welke instellingen horen bij de EU.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen wat de instellingen van de EU doen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van de EU
= De eerste samenwerking
  • De Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Europa wilde daarna niet nog een grote oorlog. 
  • Zes landen besloten om samen te gaan werken. Ze spraken af om samen kolen en staal te produceren. 
  •  De landen hoopten zo de vrede te kunnen .

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer samenwerking
De samenwerking beviel de zes landen goed. Ze besloten om op nog meer terreinen samen te werken. 

Ze maakten afspraken over;
  • De landbouw; zo wilden de landen ervoor zorgen dat niemand meer honger zou hebben in Europa. 
  • De handel en het transport; zo konden de landen eenvoudiger en voordeliger elkaars producten kopen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie
Ook andere landen zagen het nut van de Europese samenwerking. Vanaf 1992 noemden deze samenwerkende landen zich de Europese Unie (EU).

 In totaal waren er twaalf landen die meededen; België, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Nederland, Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Portugal en Spanje. Toen West-Duitsland en Oost-Duitsland samen weer één land werden, werd Duitsland het twaalfde land dat meedeed. 

Tegenwoordig (2012) bestaat de Europese Unie uit 27 landen. Volgens afspraken tussen de lidstaten kan elk democratisch land in Europa lid worden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De instellingen van de EU
De landen van de EU beslissen samen welke regels en afspraken er in de EU gelden. 
De EU wordt bestuurd door vier instellingen: 

  1. De Europese Raad
  2. De Raad van Ministers,
  3. De Europese Commissie
  4. Het Europees Parlement. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Raad
De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de 27 landen. Zij nemen de belangrijkste beslissingen. 

Bijvoorbeeld over vragen als: ‘Hoe gaan we om met een lidstaat die te veel schulden heeft?’

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Raad van Ministers
De Raad van Ministers telt ook 27 leden, uit elk land een. Dit zijn niet de
regeringsleiders, maar steeds wisselende ministers.

 Praten ze over onderwijs, dan komen de ministers van Onderwijs bij elkaar. Nemen ze besluiten over landbouw, dan zijn alle ministers van Landbouw aanwezig.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Commissie
De Europese Commissie is de Europese regering. De 27 commissarissen besturen de Europese Unie. Zij bedenken wetten en zorgen ervoor dat landen de wetten ook
uitvoeren.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Europees Parlement
Het Europees Parlement controleert of de mensen die voor de EU werken hun werk goed doen. Ook beslist het Europees Parlement samen met de Raad van Ministers welke wetten worden ingevoerd. Het Europees Parlement wordt elke vijf jaar gekozen
door de bevolking

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt een Europese wet gemaakt?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les benoemen in welke landen je mag wonen, werken, kopen en lenen.
  • Ik kan aan het einde van de les benoemen welke voor- en nadelen vrij verkeer heeft. 
  •  Ik kan aan het einde van de les benoemen wat voor afspraken de EU heeft gemaakt.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grensoverschrijdende problemen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Milieuvervuiling stopt niet bij de grens
  • Elk land maakt zijn eigen wetten. 
  • Hierdoor kan een land soms ‘last’ hebben van een wet van een buurland. 

Een voorbeeld: Stel je voor dat Duitse fabrieken afvalwater lozen in de rivier de Rijn. Dan komt dat vieze water in Nederland terecht, met alle problemen van dien. 
Om zulke situaties te voorkomen maakt de EU regels over hoe landen met de natuur moeten omgaan. Deze regels noem je milieuwetten.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criminaliteit stopt niet bij de grens
  • Internetfraude, vrouwenhandel en drugssmokkel zijn vormen van zware criminaliteit. 
  • In elk EU-land probeert de politie deze vormen van criminaliteit tegen te gaan. Maar het is lastig om de daders te pakken te krijgen. 
  • Daarom hebben de EU-landen afspraken gemaakt over hoe criminaliteit aan te pakken. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

https://www.interpol.int/How-we-work/Notices/Red-Notices/View-Red-Notices#

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom Duitsland na de Tweede Wereldoorlog opgedeeld werd in twee landen
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom Europa zich in Oost en West splitste

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Tweede Wereldoorlog
  • Na de Tweede Wereldoorlog bezetten de VS en de Sovjet-Unie Duitsland. 
  • Ze kregen al snel ruzie over hoe Duitsland moest worden bestuurd. Daarom besloten ze Duitsland in tweeën te delen. Ook de hoofdstad Berlijn werd opgedeeld. 
  • Amerika = het westen van Duitsland = 'Bondsrepubliek Duitsland (BRD)’.
  • De Sovjet-Unie =  het oosten van Duitsland = ‘Duitse Democratische Republiek (DDR)’. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchten werd onmogelijk
  • Oost-Duitsland ontwikkelde zich heel anders dan West-Duitsland. 
  • West-Duitsers werden steeds rijker, terwijl in Oost-Duitsland de armoede bleef. Ook hadden de Oost-Duitsers veel minder rechten dan hun buren in het westen. 
  • Veel Oost-Duitsers probeerden daarom te vluchten naar West-Duitsland. Vluchten naar het Westen was lastig. 
  • De grens tussen Oost-Duitsland en West-Duitsland werd streng bewaakt. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchten werd onmogelijk
  • Toch was er één manier om in West-Duitsland te komen; via Berlijn kon je de grens over. 
  • De leiders van Sovjet-Unie waren niet blij met al die vluchtende mensen. 
  • Daarom bouwden ze in 1961 een muur dwars door de stad. Deze muur kreeg de naam de ‘ Berlijnse Muur’. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom de Sovjet-Unie de Berlijnse Muur bouwde.
  • Ik kan aan het einde van de les benoemen wat de gevolgen waren van de Berlijnse Muur voor de inwoners van Berlijn.
  •  Ik kan aan het einde van de les uitleggen waarom de Berlijnse Muur werd afgebroken.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gesplitst Europa
  • Na 1945 waren veel landen bang voor een nieuwe oorlog. Ze zochten bescherming bij de Verenigde Staten of de Sovjet-Unie
  • West-Europese landen zochten bescherming bij de Verenigde Staten. Deze landen noemden zich het Westblok. 
  • Oost-Europese landen zochten bescherming bij de Sovjet-Unie. Deze landen werden de Oostbloklanden genoemd. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gesplitst Europa
  • De invloed van de Sovjet-Unie op deze landen was groot. 
  • De grens tussen Oost-Europa en West-Europa werd zwaar bewaakt. Deze grens werd het IJzeren Gordijn genoemd. 
  • Reizen tussen de Oostbloklanden en het Westblok werd onmogelijk.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Koude Oorlog
De Sovjet-Unie en Amerika maakten voortdurend ruzie. 
Beide landen wilden het sterkste en belangrijkste land van de wereld zijn. Ze gingen steeds modernere en gevaarlijker wapens maken. 
De hele wereld was in die periode bang dat er een nieuwe oorlog zou uitbreken. Daarom wordt deze periode de Koude Oorlog genoemd.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De val van de muur 
Aan het eind van de jaren 80 kwamen de mensen in Oost-Duitsland in opstand. Ze wilden dezelfde rechten als de West-Duitsers. 
De politie in Oost-Duitsland kon de protesten niet stoppen. Ook kwam de Sovjet-Unie de DDR voor het eerst niet helpen. 
In 1989 opende Hongarije de grenzen met Oostenrijk. Oostenrijk ligt in West-Europa. Oost-Duitsers konden nu via Hongarije naar Oostenrijk.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De val van de muur 
De regering in Oost-Duitsland kon de mensen niet meer tegenhouden. De Berlijnse Muur had dus geen zin meer. In 1989 werd de Berlijnse Muur afgebroken.  Een jaar later, in 1990 , werden Oost-Duitsland en West-Duitsland weer één land = Duitse eenwording.

  • https://nos.nl/artikel/2002895-de-berlijnse-muur-een-onneembare-vesting

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies