woordsoorten zn-lw-bv-samenstelling

Welkom allemaal
Pak jij je spullen?

we starten met 8-10 minuten zelfstandig lezen.
timer
8:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal
Pak jij je spullen?

we starten met 8-10 minuten zelfstandig lezen.
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordsoorten: 




ZN-BV-LW

Herhaling van de woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG NAAMWOORD





- heeft meestal een enkelvoud en een meervoud

(vriend - vrienden)

- kan vaak klein of groot gemaakt worden

(taart - taartje)

- staat vaak met een lidwoord geschreven

(de klas, een boek, het paard)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Woorden voor:



mensen

dieren

planten/natuurverschijnselen

dingen/gevoel

(eigen) namen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord


- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lidwoorden ken je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem alle lidwoorden (lw)
die je kent!

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord
de-het-een
staat nooit alleen> staat vaak voor een ZN of BV
de auto-        de rode auto
de-het= bepaalde lw
een=onbep.lw

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Uit hoeveel woorden 
bestaat het woord:
voetbalwedstrijd

Slide 12 - Tekstslide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Pak jij alvast je spullen?
We starten met de woordzoeker
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.3 blz. 25 Samenstellingen
Het laatste woord van de samenstelling is het belangrijkste 
want dat bepaalt de betekenis .
sporttas = soort tas (voor sport)
tafeltennistafel = soort tafel (voor tafeltennis)

Het laatste woord bepaalt het lidwoord (de/het/een)
het talent + de jacht = de talentenjacht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 blz.25 Samenstellingen
Soms moet er een letter bij of af om 
een goede samenstelling te maken.

  • talent + jacht = talentenjacht               erbij: -en
  • training + broek = trainingsbroek       erbij: -s
  • tekenen + talent = tekentalent             eraf: -en

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak een samenstelling:
visser+ boot
A
visserboot
B
vissersboot

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van:
krant+bericht

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opdrachten
1.3 blz.25 (samenstelling) opdr. 16+18>17

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stille borddiscussie
De grote man.                               onbepaald lidwoord​
                                                                                                         zelfstandig naamwoord=​
​Turks
                                                                          We hebben een blokuur Nederlands.
Er is er één jarig,  Hoera!
                                                                                                                                                 trainings broek​
​   MEDIPLADIE​
                                                                                                     Lidwoorden ​
Turkse                                                                                                                                                                Vrijheid​
                                                                                      Slapen, eten, beloven​
 Het talentenjacht ​                                                                                                         een mooie cadeau
                                                                     

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordsoortenspel
1= bedenk een ZN
2= bedenk een BV
3= bedenk een ZN + het juiste LW erbij
4= bedenk een ZN+ BV ervoor
5= bedenk een LW-BV-ZN 
( alles past bij elkaar) de rode auto
6= maak een keuze

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling BV 4.5

Schrijf een BV op de stippellijn.
Wat valt je op.
De………………………..held​
Een ………………………held​
Het …………………..cadeau​
Een …………………cadeau​

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening BV
  Regel: ​
  • je schrijft –e als er het LW DE en HET staat​
  • Je schrijft geen -e als het lw het, lw een wordt​
Het grote cadeau een groot cadeau​
Doel: je leert het BV te schrijven in een zin en weet het verschil 
tussen -de woorden en –het woorden​
                            
Maken: 4.5 blz. 157 opdr.5-6​

keuze:
Klaar: maak je mindmap verder af
klaar: lees in je leesboek
klaar: maak extra oefeningen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welkom
Pak je spullen en leg je huiswerk alvast open op je tafel.

We starten met lezen.

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordsoort spellen
  • uitleg spellen
  • bordspel in drietallen
  • wie ben ik in tweetallen
  • verhaal en kaartjes in drietallen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
We starten met lezen
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling woordsoorten
  • Noteer alle ZN uit de zin.
Toen de agenten arriveerden, lag de boef snurken.
Oefenen 
maken: blz.170 keuze uit: 1-2-3-4-5-6-7

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het rode woord?
Assia krijgt extra zakgeld.
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Persoonlijk voornaamwoord
D
Voorzetsel

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de LW uit de zin:
Het regende gisteren een hele dag.
A
het
B
het-een
C
een
D
een-dag

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het LW?
Een van de leerlingen moet zich melden.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de BV?
Het drukbezochte park werd door diverse mensen bezocht.
A
park
B
bezocht-park
C
drukbezocht- diverse
D
diverse-mensen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke samenstelling zie je in de zin?
Hij volgt een opleiding waar hij alles over kunst leert.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel vind jij nog lastig?
A
lidwoorden
B
zelfstandig naamwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
samenstelling

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies