Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
Slide 1 - Tekstslide
- Welkom
- dagopening
- Introductie boekverslag
- Huiswerk bespreken
- Oefenen met hoofdgedachte en tekststructuur
- Vergelijken gelijkheid en gelijkwaardigheid
- aan de slag!
Doel:
- Je geeft jouw mening over een bepaald onderwerp
Wat gaan we doen vandaag:
Mwt:
- Planning
- Week terugkijken
- VAS afronden
Slide 2 - Tekstslide
Dagopening
Slide 3 - Tekstslide
Presenteren over het boek dat je in periode 1, 2 of 3 gelezen hebt.
Literatuuropdracht
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk: 10.2 - 4 en 5
Leg je werk open op tafel neer
Pak een andere kleur pen of potlood en schrijf mee.
- Is je antwoord helemaal goed, dan zet je een krul
- Zo niet, dan verbeter je het antwoord.
Slide 5 - Tekstslide
Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Huiswerk: 10.2 - 4 en 5
Het huiswerk was ook leren...
Hoeveel signaalwoorden heb je geleerd?
Slide 8 - Tekstslide
Vul het ontbrekende signaalwoord in.
Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op, ........ malaria en het zika-virus.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke tekstverband hoort het signaalwoord 'zoals' uit de vorige vraag?
Slide 10 - Open vraag
Vul het ontbrekende signaalwoord in.
Ik wil graag een nieuwe fiets kopen, ........ dit kan niet want ik heb geen geld.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en
Slide 11 - Quizvraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'maar' uit de vorige vraag?
A
Doel-middel
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Voorwaarde
Slide 12 - Quizvraag
Vul het ontbrekende signaalwoord in.
We zijn nog geen achttien jaar,
......... we mogen nog geen alcohol kopen.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en
Slide 13 - Quizvraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus' uit de vorige vraag?
A
Vergelijking
B
Samenvatting
C
Reden
D
Opsomming
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
voorbeeld
echter
daarentegen
ook
zo
daarnaast
zoals
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is een opsomming?
A
Dat betekent dat er een som staat in de tekst.
B
Als er in een zin of tekst een opsomming wordt gemaakt van iets.
C
Dat betekent dat er iets wiskundigs wordt besproken in de tekst.
D
Als er een eind wordt gemaakt aan een verhaal.
Slide 16 - Quizvraag
Welke zin is een tegenstelling?
A
Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
C
Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer.
D
Ik lust fruit, snoep, kaas en erwtensoep.
Slide 17 - Quizvraag
In welke zin zie je het tekstverband 'voorbeeld' ?
A
Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
C
Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer
D
Ik houd niet van fruit, maar veel meer van snoep.
Slide 18 - Quizvraag
Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd.
Het verband dat in deze zin staat is een.....
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
Slide 19 - Quizvraag
(1) Verder kunnen dolfijnen mooie gebeurtenissen onthouden, hebben ze zelfinzicht en voelen ze emotionele pijn. En hun hersenomvang is relatief groter dan die van de mens. Ook kunnen ze zo’n honderd woorden leren begrijpen. Daarbij gebruiken ze net als de chimpansee gereedschap, zoals schelpen om vissen mee te vangen.
(2) Maar het allergrootste verschil met de apen: dolfijnen denken na over de toekomst.
Het verband tussen deze twee alinea's is een ..........
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
Slide 20 - Quizvraag
Chimpansees werden lange tijd beschouwd als de meest intelligente soort van het dierenrijk. Ze communiceren met elkaar via taal, maar ook door middel van gezichtsuitdrukking en gebaren.
A
'maar ook' geeft een tegenstelling aan
B
'maar ook' geeft een opsomming aan
Slide 21 - Quizvraag
Welk verband zie je in onderstaande tekst en welke 2 signaalwoorden geven dit aan? " Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden."
Slide 22 - Open vraag
Lees de tekst
Slide 23 - Tekstslide
Waarom wilde Ibrahim graag stage lopen in het buurthuis? Geef drie redenen.
Slide 24 - Open vraag
Noteer uit alinea 2 drie signaalwoorden.
Slide 25 - Open vraag
Noteer een tegenstelling uit alinea 4.
Slide 26 - Open vraag
Gelijkheid of gelijkwaardigheid
Geef aan de hand van opdracht 6 een definitie van 'gelijkheid' en ' gelijkwaardigheid'
Slide 27 - Tekstslide
Maak: opdracht 13 van 10.3
In je boek!
Aan de slag:
Slide 28 - Tekstslide
Mentorwerktijd:
- Geluiden tijdens portfoliogesprekken
- samenstellen plattegrond
- Vragenlijst effect cijfers leergedrag
- Wat moet je allemaal doen in de laatste periode?
Slide 29 - Tekstslide
Portfolio
- Mooie gesprekken :)
- veel beloften om hard te werken (unaniem)
Daar gaan we in de klas ook aandacht aan besteden en dat verwacht ik ook terug te zien en te horen!
- Help elkaar daarin;
- Plattegrond die voor iedereen werkt;
- Veel leerlingen moeten er echt tegenaan, dus ook in de lessen elkaar positief stimuleren;
- Let op huiswerk - probeer zoveel mogelijk in de les effectief te maken;
- Huiswerk maken = gelijk leren. Dus theorie en woordjes stampen!
Slide 30 - Tekstslide
Vragenlijst onderzoek
Hiervoor heb je je cijfers nodig. Schrijf deze snel op, daarna laptop weg