literaire begrippen tijd vertelwijze perspectief H4

Literaire begrippen - havo 4
tijdsaspecten
fabel en sujet
vertelwijze
perspectief


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Literaire begrippen - havo 4
tijdsaspecten
fabel en sujet
vertelwijze
perspectief


Slide 1 - Tekstslide

Tijd
flash forward of flashback: we zijn samen met de hoofdpersonen in een andere tijd beland
vooruitwijzing of herinnering: we blijven in het 'hier en nu', maar er komt een aankondiging of een herinnering

"Ook nu had Tirza weer een vreemd voorgevoel, maar ze besloot het te negeren. Dit moest de juiste weg zijn. Daar zou ze later spijt van krijgen." (vooruitwijzing)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de verteltijd en vertelde tijd van de serie 24?

Slide 6 - Open vraag

verteltijd = vertelde tijd
Omdat je van minuut tot minuut meeleeft met de hoofdpersoon in 24, is de verteltijd (de tijd die je nodig hebt om te kijken/lezen) hetzelfde/even lang als de vertelde tijd (de tijd die verstrijkt in het verhaal).

Slide 7 - Tekstslide

vertelwijze
ik-verteller: je kent alleen gevoelens en 
gedachtes van de 'ik'
hij-/zij-verteller: er is wat meer afstand tot de hoofdpersonen, maar je kunt heel goed meeleven
alwetende verteller: iemand lijkt (achteraf) aan jou het verhaal te vertellen

Slide 8 - Tekstslide

"De kleine Erik lag, juist op het ogenblik dat dit boekje begint, in het oude bed van grootmoeder Pinksterblom met den troonhemel en de zijden kwasten, en keek over den rand van het blanke laken de schemerige kamer in.”​
“Stefan schoof zijn voetbalplunje naar het midden van de kamer en zette het raam open, want het stonk werkelijk vreselijk: een muffe grondlucht vermengd met zuur zweet. Maar daarom hoefde zijn moeder toch niet zo uit haar dak te gaan, dacht hij. Die kleren zijn na vijf minuten toch weer vuil. Op het veld ruik je dat niet. Bij de meesten staat de schimmel in hun tas, behalve bij Frits en Davie, de heertjes. Keurig gestreken shirtjes en broekjes, gewassen kousen en in het veld lopen ze te krukken. Wat heb je aan die gasten?” ​
ik-verteller
hij-/zij-verteller
alwetende verteller

Slide 9 - Sleepvraag

perspectief
enkelvoudig: je kijkt mee met één hoofdpersoon
meervoudig: je kijkt afwisselend mee met verschillende personen
betrouwbaar: je kunt ervan uitgaan dat iemand de/zijn waarheid vertelt
onbetrouwbaar: de persoon met wie je meekijkt is onder invloed (van drugs, drank, medicijnen)

Slide 10 - Tekstslide

PAAZ - Myrthe v/d Meer

In PAAZ leren we Emma kennen. Zij is de ik-figuur. Emma heeft een leuke baan in de media, een lieve vriend, maar ze is toch depressief. Ze wil zelfs dood. Zo komt Emma op een gesloten, psychiatrische afdeling terecht. Daar moet ze (groep)gesprekken voeren en krijgt ze zware medicatie om beter te worden. (Hierna volgt een quizvraag over PAAZ)

Slide 11 - Tekstslide

Het perspectief in PAAZ is volgens mij (twee antwoorden mogelijk)
A
enkelvoudig
B
meervoudig
C
betrouwbaar
D
onbetrouwbaar

Slide 12 - Quizvraag