Citeren op het examen NL

Citeren op je examen bij Nederlands
In je examen Nederlands staan verschillende citeervragen.

Als je niet goed citeert of als je citeert terwijl dat juist niet de bedoeling is, krijg je 0 punten voor die vraag.

In deze LessonUp staan de regels op een rijtje.




1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Citeren op je examen bij Nederlands
In je examen Nederlands staan verschillende citeervragen.

Als je niet goed citeert of als je citeert terwijl dat juist niet de bedoeling is, krijg je 0 punten voor die vraag.

In deze LessonUp staan de regels op een rijtje.




Slide 1 - Tekstslide

Wat is citeren?
A
in eigen woorden opschrijven
B
letterlijk uit de tekst overnemen

Slide 2 - Quizvraag

Citeren betekent ‘letterlijk overschrijven’. Bij een citaat is het belangrijk dat je heel precies overneemt wat er in de tekst staat geschreven.





Slide 3 - Tekstslide

LET GOED OP!
Op het eindexamen kan worden gevraagd om een woord, woordgroep, zinsgedeelte of zin te citeren.

Lees goed wat er gevraagd wordt!
Als je teveel of te weinig citeert, krijg je o punten voor die vraag.

Slide 4 - Tekstslide

Woord citeren
Als er wordt gevraagd om een woord te citeren, dan citeer je daadwerkelijk één woord. 


Het citeren van meer dan één woord levert 0 punten op.

Slide 5 - Tekstslide

Woordgroep(1)
Als er wordt gevraagd om een woordgroep te citeren, dan citeer je een groep van woorden die bij elkaar horen in de zin. 

Vaak gaat het hier om zinsdelen



Slide 6 - Tekstslide

Woordgroep(2)
Als je het lastig vindt om te bepalen of je met een woordgroep/zinsdeel te maken hebt, dan kun je de zin gaan husselen. 
Een woordgroep zal altijd bij elkaar in de zin blijven staan, zoals onder andere ‘bij de Albert Heijn’ in de volgende zinnen:

  • De grote man / doet / zijn boodschappen / bij de Albert Heijn
  • Bij de Albert Heijn / doet / de grote man / zijn boodschappen
  • Zijn boodschappen / doet / de grote man / bij de Albert Heijn

Slide 7 - Tekstslide

Zinsgedeelte
Als er wordt gevraagd om een zinsgedeelte te citeren, dan mag je nooit de hele zin citeren. Dit levert 0 punten op.

Een voorbeeld van een zinsgedeelte:

"Er wordt hard aan gewerkt", zei de burgemeester.

Slide 8 - Tekstslide

Zin citeren(1)
Als er bij je examen  wordt gevraagd om een zin te citeren, dan is het vrij veel werk om de hele zin over te schrijven. Dit kost tijd en het is niet nodig. 
Het is voldoende om de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de zin te noteren, met daartussenin drie puntjes. 

Voorbeeld goed citaat: 'Dat is...vroeger gespeeld.' (r.21-24)
Vergeet niet om de aanhalingstekens te plaatsen en met een hoofdletter te beginnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Zin(2)
De regelnummers erbij noemen is niet verplicht, maar het is wel prettig voor de examinator die jouw examen nakijkt. 


Bovenstaande zin zou je dus als volgt citeren:

‘De regelnummers…examen nakijkt.’ (r. 1-2)

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Let op: in het eindexamen Nederlands worden vrij veel open vragen gesteld, waarbij je antwoord moet geven in je eigen woorden.

Bij deze vragen mag je dus juist nóóit citeren!


 

Slide 11 - Tekstslide