examenvoorbereiding V6 Zuid-Amerika

Herhaling van de fysische geografie van Zuid-Amerika
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling van de fysische geografie van Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
  1. Platentektoniek
  2. Klimaten/ITCZ/El Nino
  3. Landschappen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek
geomorfologie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schets
  • Laat in een kaart de indeling van Zuid-Amerika zien op basis van reliëf.
  • Vertel in tekst en afbeeldingen de geologische geschiedenis van Zuid-Amerika.
  • Leg uit waar in Zuid-Amerika delfstoffen te vinden zijn en waarom ze daar te vinden zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaten
ITCZ
El Nino

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaat  Zuid-Amerika
Vrijwel alle klimaten (A, B, C en E) komen voor in Zuid-Amerika. Alleen D-klimaten komen er niet voor, vanwege het ontbreken van grote landmassa's op hoge breedte. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Klimaten en El Niño

  • Je kunt de klimaten van Zuid-Amerika beschrijven en verklaren. 
  • Je kunt het ontstaan en de gevolgen van El Niño beschrijven en verklaren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle klimaten behalve het woestijnklimaat komen in Zuid-Amerika voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

niet waar: de D-klimaten komen er niet voor. BW wel


Alle klimaten behalve het E-klimaat
komen in Zuid-Amerika voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

niet waar: de D-klimaten komen er niet voor. BW wel


ITCZ in Zuid-Amerika
  • Wat is de ITCZ?
  • Waar ligt het ITCZ in juli en augustus?
  • Waar ligt het ITCZ in januari?
  • Waarom zorgt het ITCZ voor het voorkomen van tropische klimaten met één of twee natte en droge perioden per jaar?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schets:

  • Klimaten in Zuid-Amerika verklaren:
  • Waarom komt een klimaat op een specifieke plek voor?
  • Teken op een schetskaart van Zuid-Amerika de overheersende luchtdrukgebieden en  overheersende windrichtingen in 
  • Teken ook  het Andesgebergte in.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noordelijke helft Zuid-Amerika ligt volledig in de tropen
Toch zijn er grote verschillen te vinden.

Hoe ontstaan de verschillen?
  • temperatuur
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- en lijzijde

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Zuid Amerika zijn er drie soorten vegetatiezones met een savanneklimaat (Aw)
Grassavanne met bomen
  • LLanos 
Savanne met doornstruiken en galeriebossen langs de rivieren
  • Caatinga
Boomsavanne
  • Cerrado

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag: mangrovebossen 

Mangrovebossen staan met de wortels in brak en zout water. Ze kunnen ook groeien in gebieden met weinig neerslag.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Patagonie zijn er eindeloze grasvlakte's:
Pampa's


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones worden bepaald door klimaatfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging
  • loef/lijzijde (ligging van gebergten)
  • invloed zee- en luchtstromen
  • Land/zee-verdeling

  • Wat verstoort af en toe het patroon van zee- en luchtstromen? 
El Nino

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
  1. Zonnestralen warmte verliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
  2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging -0,6 graden)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de kant van het gebergte waar de neerslag valt?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels: 
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Het Andesgebergte




Loef- en lijzijde

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de loefzijde bij het Andesgebergte?
A
Westkant
B
Oostkant

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de loefzijde aan de oostkant
van de Andes te vinden is.
Gebruik in je antwoord het principe van het windsysteem en passaten
timer
3:00

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El Nino

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaten verklaren
Klimaat en landschapszones:
Noordelijke helft Zuid-Amerika = tropisch (Af). Verder beinvloeden hoogte de temperatuur (Cf en EH) en loef- en lijzijde de neerslag (Aw). Noordoosten droogtes (BS).

Zuidwaarts: steppe- en woestijnklimaten. Zuidelijkste puntje is gematigd zeeklimaat. 




Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 klimaten verklaren
Klimaatfactoren:
Klimaat- vegetatie en landschapszones worden bepaald door: geografische breedteligging, hoogte, noord-zuidligging, Andesgebergte en de invloed van zee- en luchtstromen.

Overheerstende zuidoostpassaat blaast waterdamp over Amazonebekken naar de Andes. zuidelijker zorgte de aflandige winden voor droogte aan de oostzijde van de Andes. Regenschaduw is dus aan de keerzijde.  




Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket
Schrijf hier een vraag over platentektoniek/klimaat/landschap/el nino+antwoord

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies