In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1. Start je iPad en ga naar Lesson Up
2. Voer de code in
3. Leg daarna je iPad op de hoek van de tafel
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Lesdoelen
- Je weet hoe een watergebied is opgebouwd
- Je weet waar je zoetwater en waar je zoutwater kan vinden
- Je weet dat er koude en warme zeestromingen zijn en waar je ze kan vinden
Slide 2 - Tekstslide
De lesdoelen voor vandaag. Deze kunnen benoemd worden.
Waar vind je zoetwater?
A
Oceanen
B
Meren
C
Zeeën
D
Rivieren
Slide 3 - Quizvraag
Een meerkeuzevraag om de voorkennis van de kids te testen
zee- en zoetwater
Slide 4 - Woordweb
De kinderen krijgen 2 minuten de tijd om zoveel mogelijke worden op te noemen over wat zij al weten over zoet- en zoutwater.
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn dit? (De Deltawerken)
Het bijzondere van de Deltawerken is dat er aan kant één zoutwater te vinden is en aan de andere kant zoetwater. Dit beheren ze door de dichtheid van het water.
Donald Duck heeft hier vorig jaar een proefje over gedaan.
Slide 6 - Tekstslide
Dit is central park. Een stukje groen midden in de stad. Het grootste meer dat omringd is door stad (De stad New York). In dit soort meren vind je zoet water.
Als je naar het plaatje kijkt zie je dat er vissers staan. Wat voor dieren denk je dat hier leven. Dezelfde dieren als in een meer hier in Nederland?
Zoetwater
- Meren en rivieren
- Komt uit de bergen (Waterkringloop)
- Andere dieren
- Stroming gaat één kant op
Slide 7 - Tekstslide
Zoetwater vind je in meren en rivieren. Dit komt omdat het water uit de bergen is. Hoe komt water in de bergen? (waterkringloop) In de bergen regent of sneeuwt het en hier ontstaat er water dat naar de rivieren en meren beneden de berg wordt gebracht. Als je zelf regendruppels opvangt met je mond is het natuurlijk ook niet zout.
In zoetwater vind je andere dieren dan in de zee. Denk aan de dieren die je in een meer kan vangen dichtbij je huis.
Stroming binnen rivieren en meren gaat maar één kant op. Dat heeft te maken met het hoogteverschil en met de stand van de wind.
Twee die nog niet genoemd zijn waar je zoetwater kan vinden dat zijn kanalen en sloten. Weet iemand het verschil tussen een rivier en een kanaal? (Kanaal is door mensen gemaakt)
Slide 8 - Tekstslide
Een vraag of iemand weet welk meer dit is? (Dode zee)
En daar is iets heel bijzonders mee. Het is namelijk het enige meer ter wereld dat zoutwater heeft.
Slide 9 - Tekstslide
Waar op de kaart zou je de dode zee kunnen vinden?
(Bij de kameel)
Slide 10 - Tekstslide
Dit is de dode zee en hier kan je heerlijk in drijven zoals deze man. Dit komt door het hele hoge zout gehalte. Je ziet ook aan de kant van het meer zoutblokken liggen.
Uitzondering: De dode zee
- Een meer met zout water
- Laagst gelegen meer ter wereld
- Veel water verdampt
- Waterspiegel daalt
Slide 11 - Tekstslide
De dode zee is een uitzondering op de kwestie dat alle meren en rivieren zoetwater hebben. Dit komt omdat er water vanuit de middellandse zee naar dit meer lekt. Daarnaast is het ontzettend warm in Israel en omstreken, waardoor het water al verdampt voordat het aankomt bij het meer. Dit zorgt ervoor dat er een grote gehalte van zout overblijft in het water. De ondergrond van de Dode Zee bestaat voornamelijk uit zout en andere mineralen. Door de warmte is het meer het laagst gelegen meer (onder NAP). De waterspiegel blijft dalen wat ervoor kan zorgen dat het water op een gegeven moment verdwijnt in het meer.
Slide 12 - Tekstslide
Dit is een plaatje van een onderzeeboot in de diepte van de oceaan. De oceaan is heel anders dan de rivieren en meren. Niet alleen vind je hier zoutwater maar de dieptes zijn veel groter.
Slide 13 - Tekstslide
Dit is de Marianentrog. De diepste plek op aarde. De Marianentrog is namelijk 11 kilometer diep. De Marianentrog vind je ten oosten van Japan en hier vind je natuurlijk hele andere dieren dan in een meer of sloot hier in Nederland. (Volgende les daar meer over)
Slide 14 - Tekstslide
In Zoutwater vind je zeestromingen. Op de kaart zie je de stromingen in het water. Rood staat voor warme stromingen en de blauwe voor koude stromingen. Hoe kan het zijn dat het water boven Nederland een warme stroming heeft? Dit heeft te maken met dat het water door de wind vanuit de evenaar naar boven wordt genomen. Dit water overheerst het water dat van het noorden afkomt.
Zeestromingen
- Gaat mee met de wind
- Koude en warme stromingen
Slide 15 - Tekstslide
Zeestromingen gaan dus met de wind. Warme zeestromingen komen vanuit de evenaar en de koude stromingen vanuit de poolgebieden.
Slide 16 - Video
Kijk het filmpje
De opdracht
- Kies een watergebied
- Onderzoek wat voor watergebied is
- Maak een A4 blad met een plattegrond van het watergebied, een legenda en een stukje tekst over het watergebied
- Teken de stromingen in de plattegrond
Slide 17 - Tekstslide
De kinderen kiezen een watergebied. Ze hebben al verschillende voorbeelden gekregen die ze kunnen onderzoeken. Denk aan Marianentrog, Dode zee of een andere meer of oceaan. Laat de kinderen een foto zoeken en laat ze de stromingen in het water tekenen. Laat ze daarna een stukje schrijven over het water en wat ze in het water kunnen vinden. Gebruik de onderzoeksvraag op de volgende pagina.
Onderzoeksvragen
- Is het zout- of zoetwater?
- Hoe stroomt het water?
- Is dit een koude of warme stroming?
- Wat vind je in het water?
- Welke planten kan je in het water vinden?
Slide 18 - Tekstslide
Deze onderzoeksvragen kunnen de kinderen helpen om een stuk te schrijven.