1.5.1. Je kent de
stappen die je moet uitvoeren om een goed wetenschappelijk onderzoek
uit te voeren.
1.5.2. Je kent de onderdelen en volgorde van een wetenschappelijk verslag.
1.5.3. Je kunt een onderzoeksvraag opstellen bij een onderzoek.
1.5.4. Je kunt een inleiding schrijven bij een onderzoek.
1.5.5. Je kunt toepasselijke theorie schijven bij een onderzoek.
1.5.6. Je kunt een passende conclusie trekken, op basis van jouw resultaten, bij een
onderzoek.
1.5.7. Je kunt een discussie opstellen aan het einde van een onderzoek.