Les Dierziektes: Koe

Ziektes bij een Koe
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ziektes bij een Koe

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 dierziekten
Dit is de eerste les over dierziekten. Deze heeft betrekking op 'de Koe'
Iedere les is opgebouwd uit:
  • Wat is het
  • Ziekteverschijnselen
  • Oorzaak
  • Besmetting
  • Preventie

Slide 2 - Tekstslide

Stinkpoot

Slide 3 - Tekstslide

Verschijnselen
Het komt vooral voor bij oudere koeien.
Heeft een typisch stinkende afscheiding
Als de ontsteking verder naar het balgebied van de klauw gaat, wordt de hoornvorming aangestast. Hierdoor kan het hoorn op de bal los komen te liggen en dan kunnen er zoozweren ontstaan waardoor de koe erg kreupel kan worden. De klauw kan zelfs onherstelbaar beschadigd worden

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaak
Het wordt veroorzaakt door een bacteriële (meng)infectie. Bacteriën zijn gek op een arme en vochtige omgeving met weinig zuurstof. Stallen waar koeien op het stro staan hebben zo'n omgeving. In ligboxstallen komt het minder voor en zeker als de koeien buiten lopen. Naast de omgeving zorgt gras ervoor dat de tussenklauwspleet schoner wordt. 

Slide 5 - Tekstslide

Besmetting
Stinkpoot wordt veroorzaakt door bacteriën, dus is besmettelijk. Het kan dan ook vaak bij meerdere koeien in een koppel voorkomen. 

Slide 6 - Tekstslide

Preventie:
  • Voetenbaden met formalineoplosing 
  • regelmatig bekappen van de klauwen
  • Bij een besmette koe is extra bekappen nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kun je een stinkpoot verhelpen?
A
Niet mogelijk
B
Antibiotica
C
Alleen bekappen
D
Voetbad

Slide 8 - Quizvraag

Stinkpoot wordt veroorzaakt door een virus
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 9 - Quizvraag

Melkziekte

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het?
  • Het is een stofwisselingsziekte
  • komt vooral bij oudere koeien voor
  • Meestal kort na het afkalveren
  • Er is een tekort aan calcium in het bloed

Slide 11 - Tekstslide

Verschijnselen
  • Ontstaat binnen 48 uur na het afkalven. Soms kan het ook vlak voor of tijdens het afkalven ontstaan.
  • De koe wordt suf, kan slingerend gaan lopen en eet slecht
  • Koude oren en lage lichaamstemperatuur
  • Als de koe gaat liggen komen ze nauwelijk of niet overeind, omdat de spieren niet goed werken door een calcium tekort.
  • Als je niet ingrijpt kan de koe dood gaan, dus geef direct een calcium-magnesium infuus in de melkader
  • Voor de doorbloeding is het belangrijk dat de koe snel weer in de benen wordt geholpen

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak
Het is een gevolg van een te laag calciumgehalte in het bloed. Calcium is nodig voor het samentrekken van spieren. 
Koeien die na het afkalven direct veel biest produceren, hebben soms wel tot viermaal zo veel calcium nodig in vergelijking met de droogtand. Het lichaam moet zich dan snel aanpassen naar deze toename aan calcium
Een koe kan calcium vrijmaken uit het bloed en later uit de botten. Omdat hier tijd overheen gaat, krijgt de koe en tekort aan calcium.

Slide 13 - Tekstslide

Besmetting
Melkziekte is niet besmettelijk

Slide 14 - Tekstslide

Preventie:
Tijdens de droogstand de energieopname te bepereken (en ook calciumopname) 
Wel voldoende droostandmineralen
Zo blijft het lichaam van de koe zelf calcium vrij maken
10-14 dagen voor afkalven moet je de energieopname verhogen.

Slide 15 - Tekstslide

Melkziekte kan worden overgedragen op andere koeien
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 16 - Quizvraag

Hoe ontdek je melkziekte?
A
Koude oren en staart
B
Gek gedrag
C
Koe staat alleen maar
D
Koe kan niet meer staan

Slide 17 - Quizvraag

Slepende melkziekte

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is het?
Het is een voedingsziekte die meestal in de eerste zes weken na het afklaven bij zowel vaarzen als oude koeien voorkomt

Slide 20 - Tekstslide

Verschijnselen
Kan in een lichte of ernstigere vorm voorkomen. Bij de lichte vorm heeft de koe een wat lagere melkproductie en een hoger vetgehalte. Vaak merk je dit niet op.
Als het ernstiger is, kan de melkproductie tot wel 50% lager zijn. Het percentage melkvet neemt sterk toe en het percentage eiwit in de melk daalt sterk. Dit zie je op de uitslag van de melkcontrole.
De koe ligt veel, is traag, suf en eet weinig. De koe valt erg af, heeft weinig buik, mest is stijf en de vacht iss dof. De oren en staart voelen koud aan. De lucht die het dier uitademt ruikt erg naar aceton (denk aan nagellakremover). 

Er bestaat ook een acute vorm waarbij opvalt dat de koe aan alles staat te likken, een slingerende gang heeft en soms met de kop tegen de muur staat

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaak
Aan het begin van de lactatie geven koeien te veel melk in verhouding tot wat zij kunnen opnemen aan voer. Doordat de koe een tekort heeft aan energie, gaat de koe eigen vetreserves afbreken. Hierbij ontstaat er een tekort aan glucose (bloedsuiker) en een teveel aan ketonlichamen (aceton). deze ketonlichamen ontstaan bij afbraak van vetreserves.

Het kan ook ontstaan als een koe (door bijvoorbeeld kreupelheid) te weinig bij het voerhek komt en daardoor te weinig eet.

Slide 22 - Tekstslide

Besmetting
Slepende melkziekte is niet besmettelijk

Slide 23 - Tekstslide

Preventie:
Komt vooral voor bij hoogproductieve koeien in het begin van de lactatie.
Geef juiste rantsoen tijdens droogstand

Slide 24 - Tekstslide

Preventie:
  • Geef juiste rantsoen tijdens droogstand
  • Geef na het afkalven goed ruwvoer en bouw krachtvoergift geleidelijk op
  • Zorg in de stal voor voldoende ligplaatsen en voldoende ruwvoer
  • Verdeel het voeren in verschillende porties per dag

  • Voorkom dat andere koeien het krachtvoer opeten
  • Zorg dat de koeien niet te vet de droogstand in gaan
  • veerdeel de droogstandkoeien in twee groepen zodat je de laatste groep twee weken voor klaven het rantsoen kunt aanpassen.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ontdek je slepende melkziekte?
A
Koude oren en staart
B
Via melkcontrole
C
Verhoogd celgetal in demelk
D
Koe kan niet meer staan

Slide 26 - Quizvraag

Slepende melkziekte zie je aan de vacht
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Mastitis

Slide 29 - Tekstslide

Verschijnselen
Twee soorten: Zichtbaar (Klinisch) en niet zichtbaar (Subklinisch)

Bij de zichtbare vorm zie je afwijkende melk met vlokken, de uier kan rood, warm, hard en pijnlijk zijn. Er kan ook bloedvloeistof in melk voorkomen. De gifstoffen die vrijdkomen zorgen ervoor dat de koe ziek wordt, koorts krijgt, minder eet en minder melk produceert.
Subklinische uierontsteking merk je niet aan de koe of de melk, maar alleen via de melkcontrole. Het celgetal van de melk van die koe is dan verhoogt.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het?
Dit is een ontsteking van de uier die in 90-95% van de gevallen door een bacterie worden veroorzaakt.

Slide 31 - Tekstslide

Oorzaak
Het wordt veroorzaakt door een bacterie. Deze komt de uier via de speen van de uier. Bij een koe met mindere weerstand of als het een sterke bacterie is, blijft deze zich vermenigvuldigen en ontstaat er een ontsteking. Wanneer en speen beschadigd is, is de kan op infectie hoger.

Slide 32 - Tekstslide

Besmetting
Het wordt veroorzaakt door een bacterie. Soms koegebonden bacteriën maar ook omgevingsbacteriën die buiten de koe kunnen overleven. Deze bacteriën kunnen zich makkelijk verspreiden via bijvoorbeeld handen van de melker, melkapparatuur en smerige ligplaatsen.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij Mastitis?
A
Hygiëne
B
Kennis
C
Je kunt het niet voorkomen

Slide 34 - Quizvraag

Preventie:
  • Werk met goede hygiëne
  • Werk met goede melkapparatuur
  • Dip/spray de spenen na elke melkbeurt
  • zet koeien droog met antibiotica
  • zorg voor de juiste behandeling
  • ruim probleemkoeien op
  • zorg voor een goed stalklimaat
  • Zorg voor schone boxen en afkalfstal

Slide 35 - Tekstslide

Mastitis wordt veroorzaakt door een bacterie
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 36 - Quizvraag

Einde
Dit is het einde van de eerste les. Deze ziektes moet je weten voor de toets en deze les kun je vaker terug kijken.

Slide 37 - Tekstslide

Wat is het?
Dit is een klauwprobleem  dat een besmettelijke ontsteking van de tussenklauwhuid tot gevolg heeft. Dit is vaak een voorloper van veel andere klauwaandoeningen.

Slide 38 - Tekstslide