BTW Ondernemerschap

Voorbereiding
- Ga na www.lessonup.com
- Vul de volgende pincode in: 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding
- Ga na www.lessonup.com
- Vul de volgende pincode in: 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie allemaal van BTW?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les/opdrachten kunnen jullie ...

... in jullie eigen woorden uitleggen wat BTW betekent;
... benoemen welke BTW-tarieven er zijn in Nederland;
... berekeningen maken met BTW.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

repareren van fietsen
repareren van schoenen en lederwaren
repareren van kleding en huishoudlinnen
diensten van kappers
bepaalde werkzaamheden aan woningen
aanbieden van kampeergelegenheid
aanbieden van logies
verlenen van toegang tot culturele en recreatieve evenementen en voorzieningen
optreden van uitvoerende kunstenaars
geven van gelegenheid tot sportbeoefening en baden, waaronder zwembaden en sauna's

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenstaande activiteiten vallen onder .... BTW Tarief.
A
0%
B
21%
C
9%
D
16%

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BTW of omzetbelasting?
Soms zie je ergens omzetbelasting staan i.p.v BTW. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BTW of omzetbelasting?
Wat kan fout gaan?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke BTW-tarieven kennen we in Nederland.
A
21%, 9% & 0%
B
21%, 6% & 0%
C
19%, 9%,0%

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting BTW voor?
A
Bruto Toegevoegde Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Betaalde Toegevoegde Waarde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

21%
9%

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

BTW berekenen?
- Verkoopprijs (excl. btw)(verkoopprijs = 100%)

- Consumentenprijs (incl. btw)(consumentenprijs = verkoopprijs + btw percentage)(vaak dus 121% of 109%)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1

Slide 12 - Tekstslide

Hierbij kan ik de vraag stellen en wat is nou de consumentenprijs?
Voorbeeld 2

Slide 13 - Tekstslide

Nou weet ik het BTW bedrag en de consumentenprijs, hoe bereken ik dan de verkoopprijs?

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afzet x verkoopprijs
A
Consumentenomzet
B
inkoopwaarde van omzet exclusief btw
C
Omzet
D
Omzet inclusief btw

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De consumentenprijs is altijd
exclusief BTW
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welk btw-tarief valt fruit?
A
0%
B
9%
C
21%
D
Geen tarief

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BTW nummer: Elk ondernemer krijgt van de Belastingdienst een uniek btw-nummer. Zonder dit nummer:
A
mag de ondernemer geen facturen sturen
B
moet de ondernemer alles contant afrekenen
C
mag de ondernemer geen omzetbelasting in rekening brengen
D
kan de ondernemer geen inkoopfacturen ontvangen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kast kost €135,- inclusief 21% btw.
Hoeveel bedraagt de btw?
A
€23,43
B
€25,12
C
€21,67
D
€18,77

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan wie draagt de fabrikant, de btw af?
A
consument
B
belastingdienst
C
Fabrikant

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stoel kost zonder 21% BTW €200.
Wat is de prijs inclusief BTW?
A
€ 42,-
B
€ 38,-
C
€ 242,-
D
€ 238,-

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joost koopt een broek van €99 inclusief 21% btw. Wat is de prijs exclusief btw?
A
€ 78,21
B
€ 119,79
C
€ 81,82
D
€ 88,63

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke btw gebruik je bij een privéopname?
A
Te betalen ob
B
Te vorderen ob
C
Te betalen ob privégebruik

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat een verkoopprijs uit?
A
Kostprijs + brutowinst
B
Kostprijs + nettowinst
C
Kostprijs + brutowinst + BTW
D
Kostprijs + BTW + loonkosten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de btw-aangifte mag je de btw-bedragen in je eigen voordeel afronden naar hele euro's, dus:

- de te betalen btw rond je naar beneden af
- de te vorderen btw rond je naar boven af.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies