Spreekwoorden VSO

Spreekwoorden en gezegden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden en gezegden

Slide 1 - Tekstslide

Spreekwoorden

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
  • Je weet wat spreekwoorden / gezegden zijn 
  • Je kunt minstens 1 voorbeeld geven

Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden
Spreekwoorden zijn zinnen met een figuurlijke (andere)  betekenis.

Slide 4 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden
Ze worden vaak gebruikt om advies te geven of om iets duidelijk te maken (wijsheden).

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het spreekwoord:
Hij eet met lange tanden.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Het spreekwoord:
Hij eet met lange tanden.

Met lange tanden eten betekent dat je het eten niet lekker vindt en er lang over doet.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Het spreekwoord:
Zij lijken op elkaar als twee druppels water.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Het spreekwoord:
Zij lijken op elkaar als twee druppels water.

Het betekent dat twee mensen heel erg veel op elkaar lijken. Druppels water zien er bijna hetzelfde uit. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 3 
Het spreekwoord:
De appel valt niet ver van de boom 


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 3 
Het spreekwoord:
De appel valt niet ver van de boom 

Het betekent dat een kind 
veel op zijn / haar ouders lijkt. 

Slide 11 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Een oogje op iemand hebben
  • Betekenis: 

Slide 12 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • De liefde van een man gaat door de maag.  (maag = buik)
  • Betekenis: 

Slide 13 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Een blauwtje lopen
  • Betekenis:

Slide 14 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Liefde is blind
  • Betekenis

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent het spreekwoord:
Een oogje op iemand hebben
A
Je houdt iemand de hele tijd in de gaten
B
Je bent vergeetachtig
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het spreekwoord:
Liefde is blind
A
Als je heel erg verliefd bent op iemand, dan zie je alleen de leuke dingen van die persoon.
B
Je bent vergeetachtig
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het spreekwoord:
De liefde van een man gaat door de maag.
A
Je houdt iemand de hele tijd in de gaten
B
Je bent vergeetachtig
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het spreekwoord:
Een blauwtje lopen
A
Je houdt iemand de hele tijd in de gaten
B
Als je iemand heel leuk vindt en dit kenbaar maakt, maar de ander denk niet zo over jou.
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Vul in tweetallen het antwoordblad bij de poster in 

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat spreekwoorden / gezegden zijn 
  • Je kunt minstens 1 voorbeeld geven

Slide 21 - Tekstslide

Engels spreekwoord


It's raining cats and dogs

Slide 22 - Tekstslide

Engels spreekwoord


Het regent hard

Slide 23 - Tekstslide

Engels spreekwoord


Don't judge a book by it's cover

Slide 24 - Tekstslide

Engels spreekwoord


Beoordeel het boek niet om zijn kaft 
(geen mening vormen op 
basis van het uiterlijk)

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat spreekwoorden / gezegden zijn 
  • Je kunt minstens 1 voorbeeld geven

Slide 26 - Tekstslide