week 24 klas 2F
1 / 37
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe gaat het met je motivatie voor deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn de deltawerken?
A
Dijken in Zeeland
B
Dijken in Noord Holland
C
Dammen in Zeeland
D
Dammen in Noord Holland
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat doen de Deltawerken?
A
Verstevigen de huizen
B
Verstevigen de dijken
C
Sturen het water
D
Sturen snel boten en helikopters
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welk van de volgende natuurlijke hulpbronnen zijn hernieuwbaar?
A
Graan
B
Diamant
C
Bauxiet
D
Zeewier
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een ecologische voetafdruk?
A
Stuk land dat jij gebruikt om te leven.
B
De Co2 dat jezelf uitstoot.
C
Het vervoer dat je dagelijks gebuikt.
D
Een manier om je schoenmaat te testen.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De draagkracht van de aarde is....
A
op dit moment niet in gevaar
B
op dit moment wel in gevaar
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
wat is de voedselafdruk?
A
een afdruk van voedsel
B
hoe voedsel gemaakt word
C
voedsel wat gegeten word
D
hoeveel ruimte nodig is om voedsel te verbouwen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is bio - industrie?
A
Grote stallen , veel dieren, maar de dieren hebben weinig ruimte
B
de dieren hebben veel ruimte
C
kleine stallen
D
kleine stallen, weinig dieren
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
De opdeling van de productieketen zorgt dus voor ......
A
een toename van de wereldhandel
B
een afname van de wereldhandel
Slide 24 - Quizvraag
De productieketen wordt de laatste jaren
A
groter
B
kleiner
Slide 25 - Quizvraag
Waarom wordt veel van onze kleding in Bangladesh gemaakt?
A
Om Nederlandse vrouwen daar aan een baan te helpen
B
Er bestaan in Nederland geen kledingfabrieken meer
C
In dat land maken ze kleding volgens de laatste mode
D
Dat is goedkoop en zo kan er meer winst worden gemaakt
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Wat betekent het keurmerk Cradle to cradle?
A
Dat alle materialen in een product kunnen worden hergebruikt om er weer andere producten van te maken
B
Dat een bedrijf in zijn geheel genomen veel doet aan duurzaam ondernemen
C
Dat er zo weinig mogelijk energie gebruikt is om een product te maken
Slide 29 - Quizvraag
Spullen die voor 50% uit gerecycled materiaal zijn, noem je cradle-to-cradle
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Hoe is het nu met je motivatie voor deze les?
😒🙁😐🙂😃
