17/11 ex 6 7 10 + explication des adjectifs exercices 16 17 18

Programme de la leçon
Présents/Absents (en classe et en ligne)
Buts: aan het einde van de les ken je al veel bijvoeglijke naamwoorden, jij kent de regels en  het liedje in het Frans van de bv nw.
- On parle français 
- Correction des exercices 6 7 10 11 12
- les adjectifs qualificatifs + explications + 16 17 18
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programme de la leçon
Présents/Absents (en classe et en ligne)
Buts: aan het einde van de les ken je al veel bijvoeglijke naamwoorden, jij kent de regels en  het liedje in het Frans van de bv nw.
- On parle français 
- Correction des exercices 6 7 10 11 12
- les adjectifs qualificatifs + explications + 16 17 18

Slide 1 - Tekstslide

Questions / Réponses
C'est quel jour aujourd'hui ?
C'est quelle saison ?
Tu as passé un bon weekend ?
Tu as fait quoi ce week-end ? (noem 3 dingen)
Tu as fait tes devoirs ?

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Correction des exercices 6 7 10 
Faire les exercices 11 12 + corrections
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van een bijvoeglijk naamwoord?
Schrijf het op!
Welke bijvoeglijke naamwoord ken je al in het Frans?

Slide 4 - Tekstslide

L'adjectif


Nu eerst de herhaling 
 de plaats 
van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans.

Slide 5 - Tekstslide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
  • Het bijvoeglijk naamwoord komt in het frans meestal ACHTER het zelfstandig naamwoord: une voiture bleue
  • Er zijn ook bijvoeglijk naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen te staan: un beau livre, deze moet je leren!
    schrijf mee en zing mee, hier komt de lijst

Slide 6 - Tekstslide

Deze bijvoeglijke naamwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord
beau (mooi)      bon (goed/lekker)       joli (schattig)
haut (hoog)       long (lang)                     petit (klein)
jeune (jong)      vieux (oud)                    grand (groot)
gros (dik)            mauvais (slecht)        méchant (gemeen)
nouveau (nieuw)                                        autre (ander)
premier (eerste) +rangtelwoorden + dernier (laatste)

Slide 7 - Tekstslide

De vormen van de bijvoeglijke naamwoord.
Welke vormen ken je al?

Slide 8 - Tekstslide

De vorm van de Bijvoeglijke naamwoorden
M.EV.     le petit chien.                       Le chien est petit             
V.EV.      La petite maison.               La maison est petite
M.MV.     les petits chiens.               Les chiens sont petits
V.MV.      les petites maisons.         Les maisons sont petites

In het Frans verandert de vorm van een bijvoeglijk naamwoord: kijk naar mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud en meervoud.

Slide 9 - Tekstslide



als een bijvoeglijk naamwoord in de mannelijke vorm eindigt op -eau,verandert dit in het vrouwelijk in-elle. In het meervoud komt er achter de mannelijke vorm een +x in plaats van een +s
Denk maar aan belle en het beest :-) 

un beau/nouveau livre
une belle/nouvelle table 
deux beaux/nouveaux livres 
deux belles/nouvelles tables

Slide 10 - Tekstslide

Speciale vormen van 't bijvoeglijk naamwoord: 

Slide 11 - Tekstslide

Correction des exercices 16 17 18

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video