CH 2. Het Bijvoeglijk naamwoord

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui on va faire: 
- Comment ça va?
- Uitleg grammatica: bijvoeglijk naamwoord. 
- Samen oefenen
- Les devoirs: Exercices 16, 17 et 18.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Woordweb

Even terug naar het Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg bijvoeglijk naamwoord
- Aan het einde van de uitleg ken jij de uitgangen bij het bijvoeglijk naamwoord. 
- Aan het einde van de uitleg ken jij de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord.
.
C'est un chien noir
C'est une vache noire
Ce sont deux chiens noirs 
Ce sont deux vaches noires

Slide 6 - Tekstslide



C'est un chien noir
C'est une vache noire
Ce sont deux chiens noirs
Ce sont deux vaches noires
M
V
EV
-

e
MV
s
es

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op aan de plek?

C'est un chien noir
C'est une vache noire
Ce sont deux chiens noirs
Ce sont deux vaches noires

Slide 8 - Tekstslide

J'ai un chat noir
Vrai!
Faux!

Slide 9 - Poll

Une fille contente
Vrai!
Faux!

Slide 10 - Poll

Les filles contents
Vrai!
Faux!

Slide 11 - Poll

De onregelmatige vormen van:

Bon
Beau
Nouveau
Vieux

Slide 12 - Tekstslide

Zij hebben hun eigen vormen. 
M EV
M MV
V EV
V MV
goed
bon
bons
bonne
bonnes
mooi
beau
beaux
belle
belles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
oud
vieux
vieux
vieille 
vieilles

Slide 13 - Tekstslide

Hoe pas je dit toe?
C'est un beau garçon 
C'est une _________ fille

Slide 14 - Tekstslide

De laatste uitzondering:
Deze vier bijvoegelijke naamwoorden (bon, beau, nouveau, vieux) + grand + petit.

Wat zie je gebeuren?

Slide 15 - Tekstslide

J'ai un grand frère
J'habite dans une belle maison
J'ai une nouvelle copine. 
J'ai trois petits lapins. 

Slide 16 - Tekstslide

Bon, beau, nouveau, vieux, grand, petit:
Komen vóór het zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Vrai ou faux:
J'ai un chien petit
A
vrai
B
faux

Slide 18 - Quizvraag

Vrai ou faux:
J'ai une nouvelle maison
A
vrai
B
faux

Slide 19 - Quizvraag

Vrai ou faux:
J'ai deux grandes soeurs
A
vrai
B
faux

Slide 20 - Quizvraag

Uitleg bijvoeglijk naamwoord
- Aan het einde van de uitleg ken jij de uitgangen (-/e/s/es) bij het bijvoeglijk naamwoord. 
- Aan het einde van de uitleg ken jij de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 21 - Tekstslide

Heb je deze lesdoelen gehaald?
Jaaazeker!!
Bijna!
Eigenlijk nog helemaal niet...

Slide 22 - Poll

Je antwoord bepaalt wat je gaat doen :

.


Jaaazeker!! 
Ga aan de slag met opdracht 17+18 
bijna!
Ga aan de slag met opdracht 16 + 17
Eigenlijk nog helemaal niet..
Ga aan de slag met opdracht 16 + opdracht 11 op bladzijde 145.

Slide 23 - Tekstslide