5.3 Nieuws en 5.4 Invloed van media




5.3 Nieuws
5.3 NIEUWS
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les




5.3 Nieuws
5.3 NIEUWS

Slide 1 - Tekstslide

5.3 Nieuws

5.3 Leerdoel: 
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat nieuws is, en op welke manier nieuws wordt geselecteerd

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is iets nieuws?

Slide 3 - Tekstslide

  1. Actuele gebeurtenis
  2. Bijzondere gebeurtenis
  3. Belangrijke of bekende personen
  4. Dichtbij of veraf?
  5. Interessant
  6. Belangrijk voor de samenleving? 

Slide 4 - Tekstslide




1. Actuele gebeurtenis 


Een actuele gebeurtenis is een gebeurtenis dat kort geleden heeft plaatsgevonden. 




Slide 5 - Tekstslide





2. Bijzondere gebeurtenis 


Als iets niet vaak voortkomt of het is uitzonderlijk dan wordt dat een bijzondere gebeurtenis genoemd. 

Slide 6 - Tekstslide





3. Belangrijke of bekende personen 



Als een bekend persoon of belangrijk persoon iets meemaakt dan wordt dat vaak in de media uitgezonden. 

Slide 7 - Tekstslide





4. Dichtbij of veraf 


Journalisten kijken ook of het dichtbij of veraf is. Dus, vinden de mensen het hier interessant? 

Slide 8 - Tekstslide





5. Interessant 



Er wordt ook gekeken of het voor een bepaalde (doel)groep interessant is. 

Slide 9 - Tekstslide




6. Belangrijk voor de samenleving 


Als het gevolgen heeft voor de samenleving of het heeft te maken met de samenleving schrijven journalisten hierover. 

Slide 10 - Tekstslide

                  Waar komt nieuws vandaan?

  • Journalisten gaan zelf op zoek 
  • Berichten van personen of organisaties
  • Persbureaus ( bedrijven waar journalisten nieuws uit binnen en buitenland verzamelen)

Slide 11 - Tekstslide

Nepnieuws
"Nieuws dat niet op waarheid is berust"

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Wat is nepnieuws?
A
Nieuws dat niet actueel is
B
Nieuws dat niet bijzonder is
C
Nieuws dat wordt verzonnen
D
Nieuws die je mening beïnvloed

Slide 15 - Quizvraag

Waar zouden journalisten hun informatie NIET vandaan halen?
A
Zij zoeken zelf naar nieuws (interviews, tips, politieberichten, social media enzovoort)
B
Persbureaus (bedrijven waar journalisten nieuws verzamelen)
C
Zij verzinnen zelf iets en publiceren dit direct op internet of in de krant
D
Personen en organisaties (tweets, tv uitzendingen)

Slide 16 - Quizvraag




5.4 Invloed van de media
5.4 Invloed van de media

Slide 17 - Tekstslide

5.3 Nieuws

5.4 Leerdoel:
Aan het einde van de les weet je wat vrijheid van meningsuiting is, welke functies media heeft en hoe media invloed heeft op je beeld van iets

Slide 18 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting
Journalisten zijn onafhankelijk en hebben PERSVRIJHEID (= journalisten mogen ongehinderd berichten publiceren). 

Persvrijheid is onderdeel van vrijheid van meningsuiting. 
PERS

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Niet in de hele wereld...

In sommige landen is het voor journalisten moeilijk om hun werk te doen. 

Zij hebben te maken met censuur (= expres weglaten of veranderen van informatie).


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Beeldvorming

Het vormen van een beeld van iets, iemand of een situatie
(invloed van de media is groot)

Feiten en Meningen

Slide 25 - Tekstslide

Objectief of subjectief

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Objectief is?
A
Hoe is werkelijk is (gebeurd)
B
Een mening
C
Een feit
D
Hoe iemand ergens over denk.t

Slide 28 - Quizvraag

Het is vandaag koud
A
objectief
B
subjectief

Slide 29 - Quizvraag

Feiten zijn...
A
objectief
B
subjectief

Slide 30 - Quizvraag

De toets was lastiger dan ik had verwacht.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 31 - Quizvraag

Beeldvorming wordt niet alleen bepaald door de media, maar ook door jezelf.
Dat noem je selectieve waarneming.

Hoeveel leeuwenkoppen zie jij?

Slide 32 - Tekstslide


Selectieve waarneming

Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen

Slide 33 - Tekstslide

Functies van de media

Slide 34 - Tekstslide

Functies van de media
1. INFORMATIEVE  functie: er is vrije informatie zodat we op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland. 

2. CONTROLE- of WAAKHONDfunctie: de media houdt politici in de gaten. Ze kijken of zij hun werk goed doen.

3. SOCIALISERENDE  functie: media heeft invloed op jouw normen en waarden. Het kan ons daarnaast ook verbinden. 

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
5.3 afronden en start maken met 5.4

Slide 36 - Tekstslide