Lesson 6. Grammar revision TH

What are we going to do today?
- Grammar revision chapter 4
- Study quizlet or slim stampen 



lesson goal: at the end of the lesson you can make at least 3 sentences with the grammar correctly
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Grammar revision chapter 4
- Study quizlet or slim stampen 



lesson goal: at the end of the lesson you can make at least 3 sentences with the grammar correctly

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van
meervouden maken?

Slide 2 - Woordweb

Irregular plurals
Plurals is het maken van meervoud. Bijvoorbeeld: 
box - boxes.      tables - tables. 

Je hebt ook meervoud bij onregelmatige woorden. Dit zijn woorden die niet standaard een S krijgen in het meervoud. 

Bijvoorbeeld: child - children. 

Slide 3 - Tekstslide

Irregular plurals
Sommige woorden hebben een eigen meervoudsvorm; je moet deze uit je hoofd leren. 

Tooth - Teeth.     Mouse - Mice.    (Wo)man - (Wo)men.  Foot - Feet

Sommige woorden krijgen ook GEEN meervoudsvorm maar blijven te zelfde:
Fish - Fish.        Sheep - Sheep.          Deer - Deer

Slide 4 - Tekstslide

I had several ....... (knife) in my drawer.

Slide 5 - Open vraag

There are so many ...... (fish) in the sea.

Slide 6 - Open vraag

I lost two of my ..... (tooth) at the dentist yesterday.

Slide 7 - Open vraag

We spotted about 10 ....... (wolf) the other day.

Slide 8 - Open vraag

Our house is filled with ...... (mouse)

Slide 9 - Open vraag

Wat weet je over
de 'future?

Slide 10 - Woordweb

Future tense
de Future Tense = de toekomende tijd. Dit betekend dat het in de toekomst gaat gebeuren. 

Je hebt hier 4 manieren voor: 
- Will 
- To be going to
- Present Continuous
- Present Simple 

Slide 11 - Tekstslide

Will 
Je gebruikt will bij beloftes, aankondigen en besluiten

I will do my laundry tomorrow, I promise.

I think we will win the lottery. 

Slide 12 - Tekstslide

To be going to
Je gebruikt am/are/is + going to + hele ww als je wilt aangeven dat iemand iets in de toekomst van plan is. Maar de plannen zijn nog niet concreet gemaakt. In Nederlands gebruik je vaak het woord: gaan 

I am going to call you later. 
It is going to rain today. 

Slide 13 - Tekstslide

Present Simple
Je gebruikt de PS om te praten over vasstaande toekomst, rooster of schema

The plane to London leaves in an hour. 
School starts at 08.25. 

Slide 14 - Tekstslide

I .... (to tidy) my room, I promise!
A
will tidy
B
am going to tidy
C
tidy

Slide 15 - Quizvraag

We ...... (to explore) the city centre tomorrow.
A
will explore
B
are going to explore
C
explore

Slide 16 - Quizvraag

The bus ......... (to leave) in 20 minutes.
A
will leave
B
is going to leave
C
leaves

Slide 17 - Quizvraag

The supermarket ...... (to close) at 10 pm.
A
will close
B
is going to close
C
closes

Slide 18 - Quizvraag

I think we ...... (to win) the lottery, I predict that.
A
will win
B
are going to win
C
win

Slide 19 - Quizvraag

We .......... (to board) a plane to Sydney tomorrow.
A
will board
B
are going to board
C
board

Slide 20 - Quizvraag

It .......... (to rain) tomorrow, at least I think so.

Slide 21 - Open vraag

We ......... (to meet up) at the end of the week; it's a plan!

Slide 22 - Open vraag

The train ......... (to depart) in an hour.

Slide 23 - Open vraag

Study
- Study words chapter 2 in Quizlet for 10 minutes. 

- Study grammar in Slim Stampen for 10 minutes 

In silence. 
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

What did you learn
today?

Slide 25 - Woordweb