Par. 4.1 De Koning en zijn leenmannen

Begintaak
Wie was Karel de Grote?

2 minuten
Zelfstandig en in stilte
Weet je het niet? Kijk in par. 4.1
Eerder klaar? Lees "Waarom is dit onderwerp belangrijk?" op blz. 63
 
timer
2:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
Wie was Karel de Grote?

2 minuten
Zelfstandig en in stilte
Weet je het niet? Kijk in par. 4.1
Eerder klaar? Lees "Waarom is dit onderwerp belangrijk?" op blz. 63
 
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
29/01 Par. 4.1 De koning in zijn leenmannen
01/02 Par. 4.1 De koning in zijn leenmannen
05/02 Par. 4.2 Boeren en ridders
08/02 Par. 4.2 Boeren en ridders 
12/02 SO par. 4.1 en 4.2
15/02 Par. 4.3 De kerk en de geestelijken
19/02 Par. 4.3 De kerk en de geestelijken
Voorjaarsvakantie 
01/03 Par. 4.4 De Islam
05/03 Par. 4.4 De Islam
08/03 Par. 4.5 De Vikingen
12/03 Herhaling  - 15/03: Repetitie H4

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg par. 4.1
2. Filmpje
3. Opdrachten maken (huiswerk)
 

Slide 3 - Tekstslide

Weekdoel
Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?

Slide 4 - Tekstslide

De Middeleeuwen
De koning en zijn leenmannen

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is dit onderwerp belangrijk? (blz. 63)
timer
2:00

Slide 6 - Open vraag

Betrouwbaarheid van bronnen
Bronnen: objecten/ overblijfsel uit het verleden.

Hoe weten wij of een bron de waarheid verteld?

Slide 7 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van bronnen
Vraag jezelf af:
  • Waar gaat de bron over?
  • Wie is de maker van de bron?
  • Was de schrijver zelf bij de gebeurtenis of persoon waarover hij schrijft?
  • Heeft de schrijver een reden om extra goed of extra slecht te schrijven?

DIRECTE EN INDIRECTE BRONNEN

Slide 8 - Tekstslide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000 (H4)
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500 (H5)

Slide 9 - Tekstslide

Het einde van het West-Romeinse Rijk:

  • Volksverhuizing = volkstammen voerden oorlog met elkaar om de rijkdommen en het grondgebied van de Romeinen.
  • Oorlog en onrust
  • Onveilige wegen = geen handel = trekken naar het platteland!



Slide 10 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 11 - Tekstslide

Het Frankische Rijk
751-870


  • De Franken waren een germaanse stam.
  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Karel de Grote
768: koning van de Franken.
Wetten opschrijven, voor een betere bestuur.
Stichtten scholen. 
Liet nieuwe munten maken om de handel te bevorderen.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen, hij was constant op reis.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten en trouw aan Karel hadden gezworen. 
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel was de leenheer
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 16 - Tekstslide

Plichten van de leenmannen:
  • Trouw zweren aan de koning
  • Zijn gebeid besturen en rechtspreken
  • Jaarlijks belasting betalen aan de koning 
  • Meevechten met zijn soldaten in het leger van de koning.

Slide 17 - Tekstslide

Controle op het leenstelsel
Zendgraven: reizen rond en maakten nieuwe wetten bekend. Controleren of een leenman zich aan de afspraken hield en of hij genoeg belasting had betaald aan de koning.

Slide 18 - Tekstslide

Het Frankische Rijk valt uiteen
  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!
  • Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...
  • Achterleenmannen hadden nooit trouw gezworen aan de koning...

Slide 19 - Tekstslide




Toets bespreken

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van par. 4.1: 
2, 5b, 6a, 7, 8b en 9a. 

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiten
Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?

Slide 22 - Tekstslide