klas 2B donderdag 26 januari 12:35 - 13:25

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  


Slide 2 - Tekstslide

planning voor dit 2e uur:
- Voorleesverhaal uit Er was eens
- nieuwe leerstof: grammatica H4: 
het meewerkend voorwerp,
verder aan de opdrachten









Slide 3 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Nog vragen over het meewerkend voorwerp?

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Wat: maak opdracht 1 t/m 5, blz. 113
- Hoe zelfstandig
- Hulp: theorie en docent
- Tijd: 20 minuten
- Uitkomst: je kan het lv en mw herkennen en toepassen
- Klaar? ga verder met de extra uitdaging opdracht 6.
Wanneer dit af is, steek je je hand op voor het antwoordenboek.
Klaar binnen de tijd? Maak dan de extra opdracht die je van de docent krijgt

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Extra uitdaging
- Wat: extra opdracht: vind de pv, ond, gez. en mw
in een leesfragment uit het boek  van Anna Woltz
- Hoe: lees de instructie van de opdracht zelfstandig
- Hulp: theorie 
- Tijd: binnen werktijd; nog niet af? niet erg! Dan ga je hiermee de volgende les verder!
- Uitkomst: je kunt ond, pv, lv en mw toepassen
- Klaar? kijk na aan de hand van antwoordblad
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

meewerkend voorwerp

Irma      geeft    het cadeau   aan   Rachel
Wie geeft = Irma = (degene die iets doet) = ?
Wat geeft Irma = het cadeau = (datgene wat gegeven wordt) =?
Aan wie geeft Irma = Rachel (de ontvanger!) =?


Slide 7 - Tekstslide

vragen
rma geeft het cadeau aan Rachel
Wie geeft = Irma = (degene die iets doet) = ?
Wat geeft Irma = het cadeau = (datgene wat gegeven wordt) =?
Aan wie geeft Irma = Rachel (de ontvanger!) =?

Slide 8 - Tekstslide

meewerkend voorwerp

Irma      geeft    het cadeau   aan   Rachel
Wie geeft = Irma = (degene die iets doet) = ?
Wat geeft Irma = het cadeau = (datgene wat gegeven wordt) =?
Aan wie geeft Irma = Rachel (de ontvanger!) =?


Slide 9 - Tekstslide

jeugdjournaal
Kijken en praten over het journaal

Slide 10 - Tekstslide