5.2 gemiddelde snelheid

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma van deze les
  • Mededeling
  • Terugblik vorige les / huiswerk bespreken
  • § 5.2 Gemiddelde snelheid
  • Aan de slag met:
    H: Maken §5.2: 1 t/m 11
    A: Maken §5.2: 1, 3, 5, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14 
      

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededeling
17 maart 2022
Proefwerk Hoofdstuk 5 § 1 t/m 4
Op 24 februari gaan we wel starten met hoofdstuk 8

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 5.1 beweging vastleggen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke twee manieren kun je beweging vastleggen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee grootheden moet je weten om uit een video-opname of een stroboscopische foto de gegevens voor een plaats-tijddiagram te halen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Als het goed is kun je nu:
- De formule voor het berekenen van de gemiddelde snelheid toepassen
- snelheden omrekenen
- vt- of xt-diagrammen aflezen

  • Je kunt rekenen met de formule voor (gemiddelde) snelheid.
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een gegeven plaats-tijddiagram of (x,t)-diagram.
  • Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.
  • je kunt een snelheid-tijddiagram of (v,t)-diagram aflezen.
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen als de snelheid regelmatig toeneemt.
  • Je kunt uiteggen hoe een stappenteller werkt.

Leerdoelen §5.2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen we dit wel?
Van het VC Mheenpark naar de 
Vaassen is het 8,9 km.
De tijd die een fietser hierover
doet is 35 minuten. 
Vraag
Bereken de snelheid waarmee de 
fietser heeft gereden.




Slide 8 - Tekstslide

15,3 km / h
Een wielrenner heeft in sommige etappes wel eens een gemiddelde snelheid van 49 km/h.
Dat is echt een gemiddelde: het lukt hem echt niet om constant even snel te rijden!
Bij een klein heuveltje in de weg zal de wielrenner wat zachter rijden. Bij een afdaling juist wat harder. Gemiddeld rijdt hij dan dus 49 km/h.
Formule:

5.2 Gemiddelde snelheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tim rijdt op de fiets van Apeldoorn naar Twello. Dat is 11,2 km. Hij doet er 25 minuten over. 
 
Bereken zijn snelheid in m/s.
Oplossing:
Afgelegde weg s = 11, 2 km = 11200 m
Tijd t = 25 min = 25 x 60 = 1500 s

 

Voorbeeld oefening

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. s = 100 m, t = 9,8 s, v = ?

2. t = 2,5 h, v = 65 km/h, s = ?

3. v = 14,4 km/h, s = 18 km, t = ? 


Oefenen
Uitwerking vraag 1
s = 100m
t = 9,8s 
v = ? 

v = s/t
v = 100/9,8
v = 10,2 m/s

Uitwerking vraag 2
t = 2,5 h
v = 65 k/h
s = ?

v = s/t dus s = v*t

s = 2,5*65
s = 162,5 km
Uitwerking vraag 3
v = 14,4 km/h
t = ?
s = 18 km

v = s/t
t = s/v

t = 18 /  14,4
t = 1,25 h 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt natuurlijk ook een van de andere twee grootheden kunnen uitrekenen.

 
Als je s wilt weten, dan kijk je in het sommetje. De s staat op de plek van de 6.
Een 6 krijg je door 2 en 3 te vermenigvuldigen. Je krijgt s dus ook door Vgem en t te vermenigvuldigen!
 

Met welke formule kun je dus de t uitrekenen?
De t staat op de plek van de 2. Als je 6 deelt door 3 komt er 2 uit, dus moet je s delen door vgem.
 


Formule ombouwen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een egel loopt van de ene plaats (op 1 m) naar de volgende plaats (op 5 m). Hij doet daar 6 seconde over. Zie het (x,t)-diagram hiernaast.
Bereken de snelheid.
Oplossing
De egel heeft 5 – 1 = 4 meter afgelegd (de s is  dus 4m).
De tijd is 6 s 
 




Snelheid uit een diagram halen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En hoe lang zou de egel er over doen als hij 0,8 m/s als een gemiddelde snelheid zou hebben? Afgelegde afstand blijft 4 meter!
A
5s
B
3,2s
C
10s
D
20s

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan bij berekeningen
1. Lees de tekst en onderstreep de gegevens
2. Noteer de gegevens met grootheid en eenheid
3. Reken eenheden indien nodig om
4. Schrijf op wat er gevraagd wordt?
5. Noteer de formule
6. Schrijf je berekening uit
7. Geef antwoord op de vraag
8. Controleer of je antwoord logisch is


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het aantal km/h is dus altijd hoger dan het aantal m/s.

Van km/h naar m/s

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een (snelheid,tijd)-diagram of een (v,t)-diagram kun je een beweging vastleggen. Zie het plaatje hiernaast.
De gemiddelde snelheid kun je dan uitrekenen met de formule:

 


De afgelegde afstand in die 8 s. is dan:


 

(snelheid,tijd)-diagram (1)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(snelheid,tijd)-diagram (2)
  • Ook met de oppervlakte onder de grafiek kun je de afgelegde weg s bepalen.
  • Oppervlakte driehoek = 0,5 x breedte x hoogte
  • In dit geval dus:
  • 0,5 x 8 x 20 = 80 m.
  • Dus op beide manieren vind je
    hetzelfde antwoord!



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Nu: Lezen paragraaf 5.2

Huiswerk: 
Maken opdrachten: 1 t/m 13 

Aan de slag!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen we dit nu wel?
Van het VC Mheenpark naar de 
Vaassen is het 8,9 km.
De tijd die een fietser hierover
doet is 35 minuten. 
Vraag
Bereken de snelheid waarmee de 
fietser heeft gereden




Slide 23 - Tekstslide

15,3 km / h