LSD, parafraseren, reflecteren en concretiseren

Een goed gesprek voeren is moeilijker dan je denkt.......

Luisteren
Samenvatten 
Doorvragen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een goed gesprek voeren is moeilijker dan je denkt.......

Luisteren
Samenvatten 
Doorvragen

Slide 1 - Tekstslide

verschillende manieren van luisteren:
- Horen: je hoort dat de ander iets zegt – maar niet wát hij zegt.
- Marginaal luisteren: je hoort wat de ander zegt, maar geeft er geen aandacht aan.
- Kritisch luisteren: je toont belangstelling voor de informatie van de ander, maar gaat niet in op de achterliggende bedoeling.
- Actief luisteren: je luistert niet alleen naar de informatie van de ander, maar probeert ook te begrijpen wat de werkelijke betekenis van zijn woorden is en wat er in hem omgaat.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Luisteren
Om iets wat iemand heeft gezegd goed te kunnen samenvatten, moet je erg goed luisteren en naar wat iemand zegt....
Een juiste interpretatie is erg belangrijk.



Slide 4 - Tekstslide

Samenvatten
Vervolgens ga jij dit in jouw eigen woorden herhalen.
Dit doe je zo: Begrijp ik goed dat u zegt ...... en .......?
Het is een controlevraag. Je vraagt of jij het goed hebt begrepen en of jullie op één lijn zitten. Het kan zijn dat jullie elkaar (ondanks dat jij dénkt de ander te begrijpen) nog niet helemaal goed begrijpen. Dan zal de ander jou corrigeren. 

Slide 5 - Tekstslide

Doorvragen
Om de zaken nog helderder te krijgen.
Om hoofd van bijzaken te onderscheiden.
Bijvoorbeeld:
Kunt u een voorbeeld geven?
Hoe is het gekomen dat ......?
Waar bent u precies geweest?



Slide 6 - Tekstslide

5 Kenmerken van actief luisteren:
1. Geef aandacht; laat je niet afleiden, observeer (non)verbaal
2. Laat zien dat je luistert; knik af en toe, zeg zelf niets, moedig de ander aan, let op je eigen lichaamshouding
3. Geef feedback; vat samen wat de ander zegt bv. 'als ik je goed begrijp', vraag door bv. 'wat bedoel je daarmee'. 
4. Stel je mening of oordeel uit, dus laat OMA thuis, laat de ander uitpraten
5. Reageer gepast; als een OEN, respectvol, ken je eigen zwakke plekken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdracht 4: LSD
Welke vragen zou deze man kunnen stellen zodat hij laat merken dat hij:
1. luistert
2. samenvat
3. doorvraagt?

Slide 9 - Tekstslide

Actief luisteren
Het is niet alleen van belang dat je de ander hoort, maar ook dat je de boodschap van de ander begrijpt. Actief luisteren omvat de volgende vier vaardigheden:
1. aandachtgevend gedrag;
2. gevoelsreflecties geven;
3. parafraseren; en
4. concretiseren

Slide 10 - Tekstslide

Wat is parafraseren?
Parafraseren betekent dat je de informatie van de ander verwerkt, interpreteert en in je eigen woorden weergeeft.
Zoals bij samenvatten in LSD.
Functies van parafraseren:
1. controleren of je je gesprekspartner goed hebt begrepen;
2. het gespreksthema verder verhelderen;
3. aanmoediging om verder te vertellen;

het selecteren van een bepaald onderwerp in het verhaal.

Slide 11 - Tekstslide

Tips bij parafraseren:
  • doe het kort en bondig;
  • doe het in eigen woorden;
  • wees niet veroordelend;
  • geef de ander ruimte om te reageren.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 5 Parafraseren:
Leerling A vertelt wat hij/zij vorige week op stage heeft gedaan.
Leerling B stelt een vraag om te controleren of hij/zij leerling A goed heeft begrepen. Schrijf deze vraag op.
Leerling B stelt een vraag om duidelijker te krijgen waar het om gaat. Schrijf deze vraag op.
Leerling B schrijft op hoe hij/zij leerling A kan aanmoedigen om verder te vertellen.



Slide 13 - Tekstslide


Een goeie zin om een samenvatting te starten is ........
A
Mooi, we gaan naar de volgende vraag
B
Heb ik het goed begrepen, dat .... en ....
C
Kunt u mij daarover iets meer vertellen?
D
Wat is uw echte naam?

Slide 14 - Quizvraag


Waarom is samenvatten belangrijk?
A
Om te kijken of wij elkaar goed begrijpen
B
Om de zaken nog helderder te krijgen
C
Om te zien of ik nog meer vragen kan stellen
D
Zo stel ik de ander op zijn gemak

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Opdracht 6: concretiseren
Concretiseren; doorvragen met als doel iets wat iemand gezegd heeft specifiek te maken. 

Opdracht 6 Concretiseren (video)
Schrijf 4 vragen op die de hulpverlener stelt om te concretiseren.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is reflecteren?
Reflecteren lijkt op parafraseren. Je vat de gevoelens en emoties samen.  De zorgverlener formuleert, aan de hand van wat de cliënt vertelt, de onderliggende gevoelens en gedachten die de zorgvrager zelf niet uitspreekt.

Slide 19 - Tekstslide

Discussie:
Je moet je emoties kunnen laten zien op de werkvloer (stage).
Schrijf een argument voor en een argument tegen deze stelling op.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide