6.1 online

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.1 Over zeeën en oceanen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.1 Over zeeën en oceanen 

Slide 1 - Tekstslide

Lees de tekst van par 6.1 en arceer de belangrijkste zaken.

Bestuderen
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

6.1

Slide 3 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?
Welk KA past het beste bij deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?
Welk KA past het beste bij deze paragraaf?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.

2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.

3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.
Vertel maar

Slide 6 - Tekstslide

welk begrip past het beste bij dit plaatje?
A
kolonisten van Catan
B
moedernegotie
C
wereldhandel
D
stapelmarkt

Slide 7 - Quizvraag

Fluitschepen
Stapelmarkt
Een gevolg van de situatie in de landbouw in de kustgewesten was dat visserij en handel werden bevorderd. Leg eens uit? Hoe was die situatie dan?
antwoord
Door een te hoge grondwaterspiegel was in de kustgewesten graanteelt nauwelijks nog mogelijk. Daardoor was er vraag naar vis als aanvulling op het aanwezige voedsel en moest graan van elders komen

Slide 8 - Tekstslide

Leg met de bronnen (5 en 6) uit dat het succes van de moedernegotie werd veroorzaakt door de geografische ligging van Amsterdam en door technische ontwikkelingen.

Slide 9 - Open vraag

De oprichting van de VOC was een gevolg van het grote succes waarmee handelaren uit de Republiek de handel met Azië oppakten.

Slide 10 - Poll

‘Het doel van dit geschrift is aan te tonen dat de bewoners van de Republiek het recht bezitten naar Azië te varen en daar handel te drijven met de inwoners. Het is een primair recht van alle staten om naar een ander land te gaan en er handel mee te drijven. Landen die dit recht aantasten, tasten een natuurrecht aan. Want de oceanen zijn door God gemaakt en mogen daarom door iedereen in vrijheid worden bevaren. Hieruit mogen we afleiden dat de Portugezen, ook al waren zij eerder aanwezig in Azië, een fout zouden maken als zij de Hollanders zouden verbieden in deze gebieden te reizen en handel te drijven.’  Uit: H. de Groot, Mare Liberum (1609)
In 1651 vaardigden de Engelsen de Act of Navigation uit. Met deze wet werd het handelaren en schippers uit de Republiek heel moeilijk gemaakt met Engeland te handelen. De Republiek protesteerde bij Engeland tegen de Act of Navigation en verwees daarbij naar Mare Liberum (bron 9)
Leg uit dat de Act of Navigation in strijd was met de opvattingen van Hugo de Groot die uit bron 9 blijken
antwoord
Met de Act of Navigation werd Hollandse schepen de toegang tot Engelse wateren en havens ontzegd, terwijl deze volgens Hugo de Groot voor iedereen toegankelijk zouden moeten zijn.

Slide 11 - Tekstslide

‘Het doel van dit geschrift is aan te tonen dat de bewoners van de Republiek het recht bezitten naar Azië te varen en daar handel te drijven met de inwoners. Het is een primair recht van alle staten om naar een ander land te gaan en er handel mee te drijven. Landen die dit recht aantasten, tasten een natuurrecht aan. Want de oceanen zijn door God gemaakt en mogen daarom door iedereen in vrijheid worden bevaren. Hieruit mogen we afleiden dat de Portugezen, ook al waren zij eerder aanwezig in Azië, een fout zouden maken als zij de Hollanders zouden verbieden in deze gebieden te reizen en handel te drijven.’  Uit: H. de Groot, Mare Liberum (1609)
In 1651 vaardigden de Engelsen de Act of Navigation uit. Met deze wet werd het handelaren en schippers uit de Republiek heel moeilijk gemaakt met Engeland te handelen. De Republiek protesteerde bij Engeland tegen de Act of Navigation en verwees daarbij naar Mare Liberum (bron 9)
Beoordeel met twee voorbeelden, een voor de VOC en een voor de WIC, of de Republiek zich zelf hield aan de ideeën van Mare Liberum.
antwoord
De VOC handelde zelf in strijd met de opvattingen van Hugo de Groot. De VOC had een monopolie en sloot dus andere handelaren uit de Republiek uit van toegang tot en handel met Indië. Ook voerde de Republiek handelsoorlogen met de Engelsen, Portugezen en Spanjaarden in Azië. De WIC kaapte de Spaanse Zilvervloot en beroofde Spaanse handelaren.

Slide 12 - Tekstslide

‘In de Republiek bevorderden de handel en de nijverheid elkaar.’

Slide 13 - Poll

 ‘In de Republiek bevorderden de handel en de nijverheid elkaar.’
Toon de juistheid van de bewering aan door:

- met verwijzingen naar de bronnen drie soorten nijverheid te noemen;
- aan te tonen dat die nijverheid zonder handel niet zo tot bloei zou zijn gekomen;
- zonder de bronnen een voorbeeld te bedenken van hoe de nijverheid de handel heeft bevorderd.


antwoord
Op de schilderijen van bron 4 en 8 zijn scheepswerven te zien. Daar zijn veel scheepstimmerlui nodig (nijverheid), maar ook toeleveranciers voor de uitrusting van schepen: smeden, zeilmakers en touwslagers. Bovendien worden er pakhuizen gebouwd. Daar zijn steenbakkers, planken- en balkenzagers, timmerlieden en metselaars voor nodig (nijverheid).
Voor handel zijn schepen nodig. De scheepsbouw zwengelt de nijverheid aan.
De nijverheid maakt ook producten die verhandeld kunnen worden, bijvoorbeeld stoffen, aardewerk of glaswerk.
Bron 4 en 8, blz 106 en 108

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze paragraaf

Slide 15 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 16 - Open vraag

aan de slag
Lees par 6.2 en vat deze samen.

Laat eventueel ruimte om tijdens de les extra aanvulling te schrijven bij wat je lastig vindt.

Slide 17 - Tekstslide