ka 32 Sociale Kwestie

Oorzaken
Industriële Revolutie
1 / 38
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oorzaken
Industriële Revolutie

Slide 1 - Woordweb

Zet op de juiste chronologische volgorde
1
2
3

Slide 2 - Sleepvraag

ka 32
Discussies over de sociale kwestie

19e eeuw/1800-1900/Burgers en stoommachines

Slide 3 - Tekstslide

Wat bedoelen ze hier met 'kwestie'?
A
Punt
B
Verkiezing
C
Probleem
D
Politiek

Slide 4 - Quizvraag

Sociale kwestie
Probleem van de slechte leefomstandigheden van de arbeiders

  1. Oorzaken
  2. Discussies: liberalen en conservatieven
  3. Oplossingen sociale kwestie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leefomstandigheden
arbeiders

Slide 7 - Woordweb

Wat is de belangrijkste oorzaak van de sociale kwestie?
A
het ontstaan van een industriële samenleving
B
de arbeidershuizen dichtbij fabrieken
C
politici die niks wilden veranderen
D
massaproductie in fabrieken

Slide 8 - Quizvraag

32.3: Waarom trokken mensen aan het begin van de Industriële Revolutie naar de steden?
A
hun familie woonde daar al
B
Voor opleidingen en kansen
C
Daar waren de huizen goedkoper
D
Werkeloos geworden door stoommachine

Slide 9 - Quizvraag

32.2 Wat zijn de belangrijkste klassen in de klassenmaatschappij in de 19e eeuw?
A
boeren en arbeiders
B
arbeiders, adel en fabrieksbazen
C
arbeiders en fabrieksbazen
D
boeren, arbeiders en fabrieksbazen

Slide 10 - Quizvraag

Oorzaken
  • Industriële revolutie > boeren werkeloos > arbeiders
  • Industriële samenleving > arbeidersklasse (onder) en fabrieksbazen (boven)
  • bazen willen alleen winst
  • gevolg: slechte leefomstandigheden arbeiders

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer kwamen er discussies over de sociale kwestie?
A
Toen het economisch slechter ging
B
Toen rijke burgers het erg gingen vinden
C
Toen de arbeiders gingen staken
D
Toen er een verzorgingsstaat kwam

Slide 12 - Quizvraag

Wie hadden er discussies 
(over de sociale kwestie)?
Twee politieke stromingen

- liberalen 
- conservatieven 

beiden rijke burgers

Slide 13 - Tekstslide

Wie vinden dat de overheid iets moet doen aan de sociale kwestie?
A
liberalen
B
conservatieven

Slide 14 - Quizvraag

Liberalen

vrijheid

 veranderingen (met mate)

Overheid zorgt voor zekerheid, gezondheid, veiligheid van burgers


Conservatieven

behoudend

geen veranderingen

Inkomsten fabrieksbazen beschermen
Verschil arm en rijk hoort erbij

Slide 15 - Tekstslide

Waarom kwamen de liberalen in actie voor de arbeiders?
A
Ze zagen het als hun christelijke burgerplicht
B
Ze wilden de klassen-maatschappij stoppen
C
Ze wilden de fabrieks-bazen failliet laten gaan
D
Ze wilden dat er geen arbeiders meer waren

Slide 16 - Quizvraag

Kijkopdracht
Kijk dit filmpje aandachtig tot 2.30 minuut

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoeveel mensen kreeg in Amsterdam in de 19e eeuw armensteun?
A
5 procent van de inwoners
B
15 procent van de inwoners
C
25 procent van de inwoners
D
50 procent van de inwoners

Slide 19 - Quizvraag

Hoe luidde het spreekwoord: 'Wie niet werkt zal ook niet...'?
A
verdienen
B
eten
C
wonen
D
slapen

Slide 20 - Quizvraag

De wet tegen kinderarbeid uit 1874 loste niet op dat...
A
kinderen wel thuis mochten werken
B
kinderen wel vanaf hun 10e mochten werken
C
kinderen wel in fabrieken mochten werken

Slide 21 - Quizvraag

Waarom kon alleen onderwijs mensen redden van de armoede?

Slide 22 - Open vraag

Deel 2  LES SOCIALE KWESTIE

Slide 23 - Tekstslide

Sociale Kwestie

Slide 24 - Woordweb

Waarom wilden de liberalen iets veranderen aan de sociale kwestie en de conservatieven niet?

Slide 25 - Open vraag

Hoe kwamen er wél betere omstandigheden voor de arbeiders?


2 redenen

Slide 26 - Tekstslide

1
- liberalen kregen meer invloed in politiek door democratisering

- Democratische grondwet 1848
- meer inspraak burgers > liberalen meer macht parlement
- sociale wetten maken > Kinderwetje van Van Houten

Slide 27 - Tekstslide

32.1: Wat verbood het Kinderwetje van Van Houten?
A
Kinderarbeid
B
Kinderarbeid tot 12 jaar in fabrieken
C
Kinderarbeid tot 12 jaar in fabrieken en thuis
D
Kinderarbeid tot 14 jaar in fabrieken

Slide 28 - Quizvraag

2
Activisme hoogopgeleide burgers
- geestelijk leiders
- kunstenaars
- schrijvers 
- liberale vrouwen

Vroegen aandacht voor problemen arbeiders via acties en hun werk

Slide 29 - Tekstslide

32.10 Wat was de rol van vrouwen in het aankaarten van de sociale kwestie?
A
Klein, ze mochten nog niet stemmen
B
Al mochten ze zelf niet stemmen, ze streden wel voor de arbeiders
C
Ze waren vaak conservatief
D
Ze overtuigden anderen om in actie te komen

Slide 30 - Quizvraag

1848

1874
1917
Kinderwet Van Houten
Democratische grondwet
Algemeen kiesrecht arbeiders

Slide 31 - Sleepvraag

Kijkopdracht
De Strijd (NPO) afl. 1: De fabriek (19.20-26.50 kijken)
1. Hoe zie je dat de Jordaan een achterbuurt was in de 19e eeuw?
2. Waarom gingen de arbeiders daar wonen?
3. Waarom kwam er meer kinderarbeid toen de industrialisatie toenam?
4. Waarom lieten ouders kinderarbeid toe?
5. Wat was het doel van JJ Cremer met zijn boek en behaalde hij dit doel?
6. Waarom werd er een parlementaire enquête georganiseerd?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Noem twee oorzaken van de sociale kwestie

Slide 34 - Open vraag

Wat hoort bij welke stroming?
Liberalen
Conservatieven
Overheid zorgt voor burgers
geen veranderingen
ongelijkheid is de natuur
vrijheid

Slide 35 - Sleepvraag

Waarom werd er iets gedaan aan de Sociale Kwestie? Welke reden hoort er NIET bij?
A
Christelijke naastenliefde liberalen
B
schrijvers vroegen aandacht in boeken
C
liberalen meer macht na 1848
D
de arbeiders kwamen massaal in opstand

Slide 36 - Quizvraag

Wat is waar over het Kinderwetje van Van Houten?
A
De wet was behoudend en conservatief
B
De wet ging kinderarbeid enorm goed tegen
C
Het is beroemd als eerste sociale wet
D
De wet verbood kinderarbeid onder de 16

Slide 37 - Quizvraag

Wat geleerd
wat je nog niet wist?

Slide 38 - Woordweb