meervoud, scheidbare en reflexieve werkwoorden

meervoud, scheidbare en reflexieve werkwoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MeervoudSecondary Education

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

meervoud, scheidbare en reflexieve werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

meervoud (werkboek p. 31, 32)
Die meisten Substantive bilden den Plural auf - en
vrouw - vrouwen
boek- boeken
huis - huizen
dief - dieven

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik het meervoud:
oog

Slide 3 - Open vraag

boom

Slide 4 - Open vraag

week

Slide 5 - Open vraag

Substantive bilden den Plural auf - s, wenn sie auf
- en, -er, -el, -je, -em, -e, ie
enden

Slide 6 - Tekstslide

meisje

Slide 7 - Open vraag

dochter

Slide 8 - Open vraag

inwoner

Slide 9 - Open vraag

tafel

Slide 10 - Open vraag

Manche Pluralformel werden auf `s gebildet.
Es sind Lehnwörter aus anderen Sprachen, die auf a, -i, -o, -y, -u 
enden.

Slide 11 - Tekstslide

kiwi - kiwi`s
pinda - pinda`s
baby - baby`s
foto - foto`s

Slide 12 - Tekstslide

Ik heb twee
A
zussen
B
zuss
C
zus
D
zus`s

Slide 13 - Quizvraag

Hij houdt van
A
babys
B
baby`s

Slide 14 - Quizvraag

We hebben veel
A
viende
B
vrienden
C
vriends
D
vrienden`s

Slide 15 - Quizvraag

In Amsterdam zijn meer ... dan auto`s.
A
fietses
B
fiets`s
C
fietsen
D
fitts

Slide 16 - Quizvraag

Die Regel findet ihr auf S. 31 im werboek.
Oefening: p. 36, nr. 8 en 9

Slide 17 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden

opstaan - ik sta op, je staat op, we staan op
opbellen - ik bel op, je belt op, we bellen op, 
opschieten - ik schiet op, je schiet op, we schieten op

Die Bildung ist genau so wie im Deutsch : )

Slide 18 - Tekstslide

Reflexieve werkwoorden
zich aankleden - ik kleed me aan, je kleed je aan, hij kleed zich aan, we kleden ons aan, jullie kleden je, aan, zij kleden zich aan

Die Bildung ist fast wie im Deutschen : )
Was ist anders?

Slide 19 - Tekstslide

Oefening: 
werkboek, p. 43, nr.5
7

Slide 20 - Tekstslide