Bijeenkomst 4 -ismes en ontwikkelingsgebieden

Pedagogisch Handelen 1
Bijeenkomst 4
Ontwikkelingspsychologie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pedagogisch Handelen 1
Bijeenkomst 4
Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

De doelen van vandaag
- Je kunt vertellen welke ontwikkelingsgebieden er bestaan. 
- Je kunt vertellen wat nature en nurture is. 
- Je kunt de '-isme' benoemen en beschrijven. 
- Je formuleert de volgende stap in jouw proces voor PH1. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesverloop
Ontwikkelingspsychologie 
Volgende stap voor PH1

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel begrippen ken je al?
Ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie
Nature vs. Nurture
Behaviorisme
Cognitivisme
Sociaal constructivisme
Veilige hechting
Sensitieve responsiviteit

Slide 4 - Tekstslide

Welke leervragen leven er?

Slide 5 - Open vraag

Ontwikkeling

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Betekenis ontwikkelingspsychologie
Volgens van Beemen (2020) is ontwikkeling een reeks progressieve veranderingen die leidt tot een hoger functioneren.

De ontwikkelingspsychologie bestudeert hoe de ontwikkeling verloopt en welke factoren er invloed op hebben. Ontwikkelingspsychologen vormen theorieën.

Ontwikkelingstheorieën leggen verbanden tussen onderzoeksgegevens en proberen te verklaren hoe en onder welke voorwaarden ontwikkeling tot stand komt.

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Morele ontwikkeling
Multimediale ontwikkeling (Hooijmaaijer, 2019)

Slide 9 - Tekstslide

4

Slide 10 - Video

02:08
Wat zie je?

Slide 11 - Woordweb

02:47
Wat zie je?

Slide 12 - Woordweb

03:26
Wat zie je?

Slide 13 - Woordweb

04:25
Einde filmpje

Slide 14 - Tekstslide

Nature vs Nurture
Ben je op de hoogte van de Nature vs. Nurture discussie?
Wat is het verschil?
Kun je voorbeelden benoemen?

Slide 15 - Tekstslide

-ismes
1. Behaviorisme
2. Cognitivisme
3. Constructivisme 

Slide 16 - Tekstslide

Behaviorisme 
  • Klassieke conditionering 
  • Operante conditionering 
  • Wanneer je de stimuli kent, je gedrag kan voorspellen. Nurture is dus veel belangrijker dan nature
  • Namen: Watson, Skinner, Pavlov

Slide 17 - Tekstslide

Cognitivisme 
Ze proberen erachter te komen hoe mensen informatie verwerken, hoe cognitieve vermogens veranderen met de jaren én bekijken welke invloed de manier van denken op gedrag heeft. 
Focus op de mentale processen
Kennis erin en handelen eruit
Namen: Piaget, Vygotsky informatieverwerkingstheorie, Crone



Slide 18 - Tekstslide

Sociaal constructivisme 
Focus op mentale processen en invloed van de omgeving
Samen met & van elkaar leren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vier soorten gehechtheid
Type A: Angstig-vermijdend gehechte kinderen
Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen
Bij deze kinderen is er een goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Kinderen durven nieuwe taken aan te gaan, zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en zoeken toenadering bij terugkomst, waarna ze weer verder durven te exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.


Slide 22 - Tekstslide

Vier soorten gehechtheid
Type C: angstig-ambivalente gehechte kinderen
Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: gedesorganiseerd en gedesoriënteerd hechtingspatroon. 
Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

sensitieve responsiviteit
Maat voor kwaliteit van opvoedend handelen

Kenmerken van een sensitieve houding: speelsheid, liefhebben, acceptatie, nieuwsgierigheid en empathie

Gevolg: vertrouwen, toegankelijkheid en bereikbaarheid. Dit zijn de voorwaarden voor een veilige hechting

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vul de meest passende woorden in op de stippellijn.

Bowlby geloofde dat een………. een veilige hechting tot gevolg heeft.
A
Kritische houding van de hoofdopvoeder ten opzichte van het kind
B
Sensitieve houding van de moeder voor haar kind
C
Separatie individuatietraining door een orthopedagoog
D
Stabiele cognitieve ontwikkeling tijdens de eerste zeven jaren

Slide 27 - Quizvraag

Begrippen behandeld
Ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie
Nature vs. Nurture
Behaviorisme
Cognitivisme
Sociaal constructivisme
Veilige hechting
Sensitieve responsiviteit

Slide 28 - Tekstslide

Volgende stap PH1

Slide 29 - Open vraag