3.3 veranderen van fase

Weet je nog?
  • Stoffen komen voor in 3 fasen
  • Vaste stof, vloeistof en gas
  • Practicum thermometer ijken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weet je nog?
  • Stoffen komen voor in 3 fasen
  • Vaste stof, vloeistof en gas
  • Practicum thermometer ijken

Slide 1 - Tekstslide

3.3 veranderen van fase

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de zes fase-overgangen van stoffen beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe de fase-overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.


Slide 3 - Tekstslide

Fase overgang
Als ijs smelt, verandert water van fase. Het gaat dan van de vaste fase naar de vloeibare fase. Smelten is dus een fase-overgang. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke fase-overgangen ken je nog meer?

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn 6 fase-overgangen
  • Smelten
  • Verdampen
  • Condenseren
  • Stollen
  • Vervluchtigen (sublimeren)
  • Rijpen

Slide 6 - Tekstslide

Smelten
Een vaste stof wordt een vloeistof. 

Bijvoorbeeld ijsblokjes in je drinken.

Slide 7 - Tekstslide

Verdampen
Een vloeistof wordt een gas. 

Bijvoorbeeld water dat kookt. 

Slide 8 - Tekstslide

Condenseren
Een gas wordt een vloeistof. 

Bijvoorbeeld condens op een koud raam. 

Slide 9 - Tekstslide

Stollen
Een vloeistof wordt een vaste stof. 

Bijvoorbeeld lava als het afkoelt.

Hoe noemen we het stollen van water?

Slide 10 - Tekstslide

Vervluchtigen
Een vaste stof wordt een gas.

Bijvoorbeeld sneeuw op een erg koude, droge dag.   

Slide 11 - Tekstslide

Rijpen
Een vaste stof wordt een gas. 

Bijvoorbeeld rijp aan de bomen. 

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Zelfstandig werken
Maken: opdracht 1 t/m 9 blz 110 IN JE BOEK.
Niet op je laptop!
Hoe: Fluisterend overleggen
Vraag: Vinger opsteken
Tijd: ....
Klaar: Nakijken, dan mag je je laptop pakken!
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een fase-overgang?
A
wanneer de temperatuur van een stof verandert
B
Wanneer een stof van fase verandert.
C
Een plek waar je kan oversteken

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel fase-overgangen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het als een vloeistof een gas wordt?
A
Smelten
B
Vervluchtigen
C
Condenseren
D
Verdampen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet het als een vaste stof een gas wordt?
A
Smelten
B
Vervluchtigen
C
Condenseren
D
Verdampen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet het als een vloeistof een vaste stof wordt?
A
Stollen
B
Rijpen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet het als een gas een vaste stof wordt?
A
Stollen
B
Rijpen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet het als een gas een vloeistof wordt?
A
Vervluchtigen
B
Verdampen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet het als een vaste stof een vloeistof wordt?
A
Vervluchtigen
B
Verdampen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 22 - Quizvraag